Uitspraak
1.Het procesverloop en de processtukken
2.Het verzoek en de reactie daarop
De leden van de wrakingskamer hebben niet in dat verzoek berust.
3.De beoordeling
Verzoeker heeft op 7 juli 2020 in een telefoongesprek met de algemeen secretaris van de wrakingskamer van de rechtbank verzocht om toestemming van de rechtbank om op de zitting geluidsopnamen en enkele foto’s van de leden van de wrakingskamer te maken. Dat verzoek is voorgelegd aan de voorzitter van de wrakingskamer. Aan verzoeker is op aanwijzen van de voorzitter van de wrakingskamer door de algemeen secretaris van de wrakingskamer daarop op 8 juli 2020 meegedeeld dat het maken van (geluids-)opnamen tijdens de zitting niet wordt toegestaan. Daarop heeft verzoeker de algemeen secretaris van de wrakingskamer laten weten dat deze beslissing evident onrechtmatig is en heeft hij laten weten: ‘Ik zal gewoon opnames maken’. Met deze mededeling heeft verzoeker, die naar het oordeel van de wrakingskamer in deze procedure uitsluitend is aan te merken als procespartij die ter zitting de gelegenheid krijgt om zijn wrakingsverzoek toe te lichten, aangekondigd het verbod op het maken van opnames te negeren. Daarom is aan de bodedienst en de parketpolitie de instructie gegeven erop toe te zien dat verzoeker geen opnameapparatuur in de zittingzaal binnenbrengt. In zoverre is het wrakingsverzoek slechts een reactie op toepassing van een verzoeker onwelgevallige ordemaatregel die hij over zichzelf heeft afgeroepen met de aankondiging dat hij het verbod op het maken van opnames zal negeren. Dat hieraan een naar objectieve maatstaven te rechtvaardigen vrees voor partijdigheid van leden van de wrakingskamer valt te ontlenen, is niet onderbouwd.
Daarom is ook dit verzoek evenzeer aan te merken als aanwending van de bevoegdheid tot wraking voor een ander doel dan waarvoor deze is gegeven.
4.De beslissing
- stelt de verzoeken tot wraking van de leden van de wrakingskamer buiten behandeling;
- wijst af het verzoek tot wraking van mr. C.A.F. van Ginneken.
mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 juli 2020 in tegenwoordigheid van mr. N. Jallal, griffier.