In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] tegen TMD Logistics B.V. [verzoekster] verzocht om een transitievergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, betaling van vakantiegeld en uitbetaling van niet-genoten vakantiedagen. De arbeidsovereenkomst van [verzoekster] was op 2 maart 2020 door TMD per direct beëindigd, zonder inachtneming van de wettelijke opzegtermijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoekster] recht heeft op een transitievergoeding van € 655,97, een vergoeding van € 2.134,08 wegens onregelmatige opzegging, en een bedrag van € 1.422,00 aan vakantiegeld. Daarnaast heeft de rechter geoordeeld dat [verzoekster] recht heeft op uitbetaling van 24,2 niet-opgenomen vakantiedagen ter waarde van € 2.207,04. TMD is veroordeeld in de proceskosten en de rechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. Kemp-Randewijk en is openbaar gemaakt op 3 juli 2020.