Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
handelend onder de naam [handelsnaam],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 juni 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Belcentrale.nl B.V. en een gedaagde die onder een handelsnaam handelt. De eiseres, Belcentrale.nl B.V., had een vordering ingesteld op basis van een verlenging van een overeenkomst, maar is er niet in geslaagd te bewijzen dat de handtekening op het verlengingsformulier daadwerkelijk van de gedaagde was. De kantonrechter had eerder een bewijsopdracht gegeven aan Belcentrale om aan te tonen dat er op 7 maart 2018 een overeenkomst was verlengd. De gedaagde betwistte de ondertekening van het orderformulier, wat leidde tot de bewijsopdracht. Belcentrale voerde aan dat de overeenkomst tot stand was gekomen tijdens een bezoek aan de gedaagde en dat de handtekeningen overeenkwamen met eerdere documenten. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de overgelegde bewijsstukken niet voldoende waren om de handtekening te verifiëren. De rechter concludeerde dat Belcentrale niet in haar bewijsopdracht was geslaagd en wees de vordering af. Tevens werd Belcentrale veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die in persoon procedeerde, en deze kosten werden begroot op nihil.