Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 27 januari 2020, met één productie;
- de aantekeningen van 25 februari 2020 van het mondelinge antwoord van [gedaagde] ;
- de conclusie van repliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde voor het betalen van een openstaande premie van € 112,52, die voortvloeit uit een zorgverzekeringsovereenkomst. De gedaagde heeft de vordering betwist, stellende dat de facturen onjuist zijn en dat de vordering is verjaard. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een zorgverzekeringsovereenkomst had met Zilveren Kruis en dat hij periodiek premie verschuldigd was. De basiszorgverzekering van de gedaagde is per 1 januari 2012 beëindigd, maar de gedaagde heeft een deel van de premie van december 2011 onbetaald gelaten. Zilveren Kruis heeft de gedaagde meerdere keren aangemaand, wat de verjaring van de vordering heeft gestuit. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde nog steeds € 56,50 verschuldigd is, en dat de vordering niet is verjaard. De kantonrechter heeft de vordering van Zilveren Kruis toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten van Zilveren Kruis.