Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vijspraak van de onder 1 ten laste gelegde poging doodslag;
- bewezenverklaring van de onder 1 ten laste gelegde poging zware mishandeling en openlijke geweldpleging, en de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 100 uur, met toepassing van 50 dagen vervangende hechtenis, voor het geval de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht.
4..Ontvankelijkheid officier van justitie feit 2 en 3
5..Waardering van het bewijs
De verdachte ontkent dat hij wist dat er een patroonhouder en kogelpatronen in voornoemde tas zaten. Getuigenverklaringen ondersteunen de verklaring van de verdachte dat een vriend van hem had gevraagd of hij die nacht een tas met kleding voor hem wilde ophalen en dat de verdachte inderdaad kort voor zijn aanhouding een tas heeft opgehaald bij de vader van die vriend. De rechtbank overweegt dat er ook in dat scenario omstandigheden zijn die vragen oproepen, maar dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om wettig en overtuigend bewezen te achten dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de patroonhouder en kogelpatronen in zijn auto. Het enkele aantreffen van die goederen in de auto van de verdachte is in dit geval onvoldoende om te komen tot een bewezenverklaring van het voorhanden hebben daarvan.
6..Strafbaarheid feit
7..Strafbaarheid verdachte
8..Motivering straf
9..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
40 (veertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
36 (zesendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
18 dagen;
€ 100,- (zegge: honderd euro), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 oktober 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 100,-(hoofdsom,
zegge: honderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
2 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;