Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Stichting Platform Stop Invasieve Exoten, te Amsterdam, eiseres,
de Minister voor Medische Zorg, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Wat eiseres daar tegenin heeft gebracht kan niet slagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Platform Stop Invasieve Exoten en de Minister voor Medische Zorg. De eiseres verzocht om handhavend op te treden tegen bedrijven in zestien gemeenten die in 2018 tijgermuggen of gelekoortsmuggen hebben ingevoerd of verspreid. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om het beroep terug te sturen naar de rechtbank Amsterdam, omdat de aanvraag niet alleen betrekking had op de Wet publieke gezondheid (Wpg), maar ook op warenwetgeving. De rechtbank stelde vast dat er pas sprake kan zijn van een overtreding op grond van de Wpg als er eerst preventieve maatregelen zijn opgelegd, wat in dit geval niet was gebeurd. Het beroep werd daarom kennelijk ongegrond verklaard.
De rechtbank overwoog dat de Minister voor Medische Zorg niet bevoegd was om handhavend op te treden zonder dat er eerder voorschriften waren gegeven. De rechtbank concludeerde dat de enkele aanwezigheid van tijgermuggen of gelekoortsmuggen bij bedrijven geen grondslag biedt voor handhaving op basis van de Wpg. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.