In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stedin Netbeheer B.V. en drie gedaagden, die gezamenlijk een pand bezitten. Stedin, als netbeheerder, vorderde schadevergoeding van € 75,00 van de gedaagden, omdat zij geen overeenkomst hadden met een energieleverancier en Stedin genoodzaakt was om de energieaansluitingen af te sluiten. De procedure volgde na meerdere aanmaningen van Stedin aan de gedaagden om een overeenkomst te sluiten met een energieleverancier. De gedaagden betwistten de vordering en stelden dat er geen energie was geleverd, waardoor er geen kosten zouden zijn. De kantonrechter oordeelde dat Stedin op grond van de Elektriciteitswet en de Gaswet verplicht was om de aansluitingen af te sluiten, omdat de gedaagden geen energieleverancier hadden. De rechter concludeerde dat de gedaagden onrechtmatig handelden door niet te reageren op de verzoeken van Stedin en dat zij gehouden waren de schade te vergoeden. De vordering van Stedin werd toegewezen, inclusief de wettelijke rente en proceskosten.