In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 29 mei 2020, hebben eisers [eiser 1] en [eiser 2] een vordering ingesteld tegen gedaagde, die hen bitcoins had verkocht maar tekortschiet in de levering. De eisers hebben een koopovereenkomst gesloten met gedaagde, waarbij zij in totaal € 26.600,00 hebben betaald voor de aankoop van bitcoins. Gedaagde heeft echter nagelaten de bitcoins te leveren, ondanks herhaalde verzoeken en ingebrekestellingen. De eisers hebben de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vorderen nu terugbetaling van de koopsommen, schadevergoeding en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde tekort is geschoten in zijn verplichtingen en heeft de vorderingen van eisers toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot terugbetaling van de koopsommen, schadevergoeding en incassokosten, evenals de proceskosten. De rechter heeft geoordeeld dat gedaagde aansprakelijk is voor de tekortkomingen en dat zijn beroep op overmacht niet kan slagen, aangezien hij gebruik heeft gemaakt van hulppersonen bij de uitvoering van de overeenkomst. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van partijen bij koopovereenkomsten en de gevolgen van wanprestatie.