ECLI:NL:RBROT:2020:4298

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 mei 2020
Publicatiedatum
13 mei 2020
Zaaknummer
8202640 CV EXPL 19-52048
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen betalingsverplichting eigen bijdrage CAK

In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 1 mei 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen de publieke rechtspersoon zbo CAK en de gedaagde. De gedaagde had niet voldaan aan zijn betalingsverplichting voor de eigen bijdrage in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De zbo CAK had eerder een verstekvonnis verkregen waarin de gedaagde was veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 119,65, vermeerderd met wettelijke rente. De gedaagde, die onder bewind stond, voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de vordering en dat er geen maatwerkvoorziening was verstrekt, waardoor hij geen eigen bijdrage verschuldigd zou zijn.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de Wmo-beschikking van 20 juni 2018 had ontvangen en daarmee op de hoogte was van zijn betalingsverplichting. De gedaagde had niet tijdig bezwaar gemaakt tegen de Wmo-beschikking, waardoor deze formele rechtskracht had verkregen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet had aangetoond dat hij zijn bewindvoerder had geïnformeerd over de betalingsverplichting, en dat de facturen correct waren geadresseerd. De vordering van zbo CAK werd toegewezen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.

De kantonrechter bekrachtigde het eerdere verstekvonnis en veroordeelde de gedaagde in de kosten van de verzetprocedure. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R. Kruisdijk.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8202640 CV EXPL 19-52048
uitspraak: 1 mei 2020
vonnis in verzet van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de publieke rechtspersoon
zelfstandig bestuursorgaan (zbo) CAK,
zetelende te ’s-Gravenhage,
eiser,
gedaagde in verzet,
gemachtigde: mr. J.A. Wesdijk, werkzaam bij GGN Mastering Credit N.V. te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
eiser in verzet,
gemachtigde: mr. G. Grijs, advocaat te Rotterdam.
Partijen blijven hierna aangeduid als “zbo CAK” en “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt grotendeels uit het vonnis in het incident van
7 februari 2020 in deze hoofdzaak tussen zbo CAK en [gedaagde] en uit het vonnis van heden in de vrijwaringszaak tussen [gedaagde] en Obin (zaaknummer 8360735 CV EXPL
20-7079) en de aan beide vonnissen ten grondslag liggende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen. Daarnaast heeft de kantonrechter kennisgenomen van:
- de akte van dupliek aan de zijde van [gedaagde] .
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis in de hoofdzaak nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten.
2.1
zbo CAK is krachtens artikel 2.1.4 lid 6 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo) belast met de vaststelling en inning van de eigen bijdragen welke zijn verschuldigd voor het ontvangen van een maatwerkvoorziening en/of persoonsgebonden budget welke zijn verstrekt in het kader van de Wmo.
2.2
In de beschikking Wmo 2018 van 20 juni 2018 staat - voor zover van belang - het volgende vermeld:
“U heeft hulp of ondersteuning vanuit de Wmo ontvangen. Hiervoor moet u volgens de wet een eigen bijdrage betalen. In deze brief (beschikking) staat de beslissing over uw maximale periodebijdrage. Dit is het bedrag dat u maximaal per vier weken betaalt voor de hulp of ondersteuning die u ontvangt.
Wat is uw maximale periodebijdrage?
Vanaf periode 1 van 2018 betaalt u maximaal € 17,60 per periode van vier weken.
(…)”
2.3
zbo CAK heeft de volgende facturen bij [gedaagde] in rekening gebracht:
Factuurnummer
Factuurdatum
Omschrijving
Bedrag
[nummer 1]
11 juli 2018
Factuur eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf
€ 35,20
[nummer 2]
08 augustus 2018
Factuur eigen bijdrage Zorg zonder verblijf
€ 35,20
2.4
Bij onder zaaknummer 7688571 CV EXPL 19-17025 gewezen verstekvonnis van
7 mei 2019 werd [gedaagde] overeenkomstig de eis van zbo CAK veroordeeld tot betaling (tegen kwijting) van een bedrag van € 119,65, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over een bedrag van € 70,40 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
2.5
[gedaagde] stond tot en met 30 september 2018 onder bewind bij de Organisatie voor Bewindvoering & Insolventie Nederland B.V. (hierna: Obin) te Culemborg.

3..De vordering

3.1
zbo CAK heeft bij (oorspronkelijke) dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan zbo CAK te betalen een bedrag van € 119,65, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 70,40 vanaf de dag der dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering heeft zbo CAK - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag gelegd.
3.3
De betalingsverplichting van [gedaagde] vloeit voort uit de betalingsbeschikkingen (de facturen) in combinatie met de beschikking Wmo van 20 juni 2018. [gedaagde] heeft de termijnen voor bezwaar en beroep tegen deze beschikkingen ongebruikt laten verstrijken. Dit betekent dat de beschikkingen formele rechtskracht hebben verkregen, zodat de vordering tussen partijen vaststaat. [gedaagde] is, ondanks herhaalde aanmaning en sommatie, in gebreke gebleven met de tijdige en volledige betaling van de door hem aan zbo CAK verschuldigde hoofdsom van € 70,40.
3.4
Door de non-betaling van [gedaagde] zag zbo CAK zich genoodzaakt de vordering ter incasso uit handen te geven aan een gemachtigde en buitengerechtelijke kosten te maken. Deze kosten van € 48,40 (inclusief btw) komen voor rekening van [gedaagde] .
3.5
Voorts maakt zbo CAK aanspraak op de wettelijke rente, waaronder een bedrag van
€ 0,85 berekend tot 11 april 2019.
3.6
De overige stellingen van zbo CAK worden - voor zover van belang - in de beoordeling besproken.

4..Het verweer

4.1
[gedaagde] heeft gevorderd hem te ontheffen van de bij voormeld verstekvonnis tegen hem uitgesproken veroordeling, dat verstekvonnis te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, zbo CAK niet-ontvankelijk in haar vordering te verklaren, dan wel de vordering van zbo CAK af te wijzen, met veroordeling van zbo CAK in de kosten van deze procedure.
4.2
Daartoe heeft [gedaagde] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende aangevoerd.
4.3
Ten tijde van de vordering stond [gedaagde] onder bewind bij Obin. Deze organisatie is verantwoordelijk voor de betaling van een eventuele vordering van zbo CAK, te meer omdat op zijn eigen woonadres een postblokkade was ingesteld. [gedaagde] is totaal onbekend met enige vordering van zbo CAK.
Daarnaast is in de zin van de Wmo eigen bijdrage verschuldigd met ingang van de maand, waarin de maatvoorziening is verstrekt. Nu er geen maatvoorziening is verstrekt, is [gedaagde] ook geen eigen bijdrage verschuldigd.
4.4
De overige stellingen van [gedaagde] worden - voor zover van belang - in de beoordeling besproken.

5..De beoordeling

5.1
[gedaagde] heeft niet weersproken dat hij de Wmo-beschikking van 20 juni 2018 heeft ontvangen en daarmee op de hoogte is geraakt van het bestaan van een voor hem geldende betalingsverplichting jegens zbo CAK ter zake van eigen bijdragen. De stelling dat [gedaagde] niet verantwoordelijk is voor zijn financiële administratie dan wel dat hij nooit de facturen van zbo CAK heeft ontvangen, kan hierdoor op zichzelf niet tot de conclusie leiden dat hij niet gehouden is de gevorderde facturen aan zbo CAK te voldoen. [gedaagde] heeft niet gesteld dan wel onderbouwd, hetgeen wel op zijn weg had gelegen, dat hij op een actieve wijze zijn bewindvoerder heeft geïnformeerd over deze betalingsverplichting. De facturen zijn geadresseerd aan het adres van [gedaagde] en waar niet gebleken is dat ten tijde van de onderbewindstelling een postblokkade gold, zal Obin niet hebben geweten van de betaalverplichting. Obin kan daar dan ook niet voor verantwoordelijk worden gehouden.
5.2
Voorts betwist [gedaagde] eigen bijdrage verschuldigd te zijn nu er in de betreffende perioden geen maatwerkvoorziening is verstrekt. In de beschikking Wmo-beschikking van 20 juni 2018 staat het volgende:
“Wilt u bezwaar maken?
Stuur ons dan binnen zes weken na de datum op deze beschikking een brief (bezwaarschrift). In deze brief schrijft u waarom u het niet eens bent met de beslissing op de factuur. Voeg bij het bezwaarschrift een kopie van deze brief. En zorg ervoor dat uw naam, adres, telefoonnummer, handtekening en de datum waarop u het bezwaarschrift verstuurt in de brief staan.
(…)
Reageert u niet binnen de wettelijke termijn van zes weken? Dan kunt u geen bezwaar meer maken.”
[gedaagde] heeft niet gesteld dat hij op de voormelde wijze bezwaar heeft gemaakt tegen de Wmo-beschikking van 20 juni 2018 of tegen de latere facturen.
Door het verstrijken van de wettelijke bezwaartermijn is sprake van formele rechtskracht en gaat de kantonrechter uit van de juistheid van het door zbo CAK gevorderde bedrag.
5.3
Gelet op het voorgaande zal de door zbo CAK gevorderde hoofdsom van
€ 70,40 worden toegewezen.
5.4
zbo CAK maakt verder aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Voor de hoogte van de toewijsbare buitengerechtelijke kosten zoekt de kantonrechter aansluiting bij het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. Derhalve is aan buitengerechtelijke incassokosten een bedrag van € 48,40 toewijsbaar.
5.5
de gevorderde wettelijke rente zal als onweersproken en op de wet gegrond worden toegewezen.
5.6
[gedaagde] wordt als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure.

6..De beslissing

De kantonrechter:
bekrachtigt het op 7 mei 2019 tussen partijen gewezen verstekvonnis met zaaknummer 7688571 CV EXPL 19-17025;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de verzetprocedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van zbo CAK vastgesteld op € 36,00 aan salaris voor de gemachtigde, welke rechtstreeks aan diens gemachtigde dient te worden voldaan;
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk en in het openbaar ter terechtzitting uitgesproken.
44240