Op 23 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De cliënt, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer, verzet zich tegen opname en verblijf in een zorginstelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt ernstig nadeel ondervindt door haar psychogeriatrische aandoening, wat leidt tot levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing. De rechtbank heeft geconstateerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De advocaat van de cliënt heeft zich gerapporteerd aan het oordeel van de rechtbank over het verzet van de cliënt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de cliënt zich verzet tegen opname en verblijf, maar dat de opname noodzakelijk is voor haar welzijn. De machtiging tot opname en verblijf is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 23 oktober 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter H.J. Wieman-Bart en schriftelijk uitgewerkt op 1 mei 2020.