In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 april 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Van der Helm Projecten B.V. en de Gemeente Hoeksche Waard. Van der Helm had zich ingeschreven voor een aanbesteding voor saneringswerkzaamheden, maar werd uitgesloten omdat zij het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) niet had ingediend. De Gemeente had in de offerteaanvraag duidelijk gemaakt dat het ontbreken van het UEA zou leiden tot uitsluiting van de aanbestedingsprocedure. Van der Helm stelde dat zij het UEA wel had ingevuld, maar niet had geüpload omdat dit niet expliciet was vermeld in Tenderned. De Gemeente weigerde echter het UEA alsnog te accepteren, verwijzend naar het Manova-arrest, waarin werd gesteld dat herstel niet mogelijk is als het ontbreken van een document met uitsluiting is gesanctioneerd.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente terecht had gehandeld door Van der Helm uit te sluiten. De voorwaarden voor deelname aan de aanbesteding waren duidelijk en de Gemeente had geen ruimte om een evenredigheidstoets uit te voeren, aangezien het niet indienen van het UEA expliciet met uitsluiting was bedreigd. De vorderingen van Van der Helm om de gunningsbeslissing in te trekken en haar inschrijving alsnog te laten beoordelen werden afgewezen. Ook de subsidiaire vordering tot heraanbesteding werd afgewezen, omdat deze niet voldoende was onderbouwd. Van der Helm werd veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die op € 656,00 werden begroot.