Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking ondertoezichtstelling
de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam,
[naam minderjarige] ,
[naam moeder] ,
Het procesverloop
De feiten
Het verzoek
De standpunten
De beoordeling
De beslissing
Den Haag.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 april 2020 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 1 april 2020 een verzoekschrift ingediend tot ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van twaalf maanden. Dit verzoek is ingediend in het kader van de coronacrisis, waardoor er geen fysieke zitting kon plaatsvinden. De kinderrechter heeft partijen telefonisch gehoord, maar kon de vader, dhr. [naam vader], niet bereiken.
De feiten wijzen uit dat [voornaam minderjarige] opgroeit in onduidelijke en instabiele omstandigheden. De moeder, die het ouderlijk gezag uitoefent, heeft moeite om een veilige en stabiele opvoedsituatie te bieden. Er zijn zorgen over de relaties van de moeder met verschillende mannen en de onduidelijke huisvesting. De moeder heeft weliswaar een urgentieverklaring en is actief op zoek naar een woning, maar er zijn nog steeds signalen van onrust en instabiliteit.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig wordt bedreigd en dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de moeder te ondersteunen bij het creëren van een veilige en stabiele omgeving. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling goedgekeurd en deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter heeft ook geadviseerd om in gesprek te gaan over de zorgen van de moeder met betrekking tot haar oudste dochter, in de hoop op een constructieve samenwerking in de toekomst.