ECLI:NL:RBROT:2020:3675
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting inbewaringstelling van een cliënt met Alzheimer in verband met dreiging van besmetting met coronavirus
Op 9 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, gediagnosticeerd met de ziekte van Alzheimer, op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De cliënt, die verblijft in Aafje De Vijf Havens te Rotterdam, vertoonde gedrag dat een gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen met zich meebracht. Dit gedrag werd verergerd door een verdenking op een coronavirusinfectie, waardoor de cliënt in isolatie moest. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, wat de voortzetting van de inbewaringstelling rechtvaardigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat was om de instructies van het personeel op te volgen en dat haar gedrag, zoals het weigeren van isolatie en het dreigen met besmetting van anderen, een risico vormde. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling tot en met 30 april 2020, ondanks de bezwaren van de cliënt en haar advocaat. De advocaat had verzocht om de duur van de machtiging te beperken, maar de rechtbank oordeelde dat de situatie dit niet toeliet. De beschikking is mondeling gegeven door rechter H.J. Wieman-Bart en schriftelijk uitgewerkt op 17 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.