ECLI:NL:RBROT:2020:3671
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 9 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had verzocht om de voortzetting van de op 7 april 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene die lijdt aan een borderline-persoonlijkheidsstoornis en suïcidaal gedrag vertoont. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. R.L.I. Jansen, telefonisch zijn gehoord, evenals een psychiater van Yulius. De officier was niet gehoord omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft de criteria voor de crisismachtiging beoordeeld, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat, hoewel de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, de voorgestelde opname niet doelmatig was en zelfs contraproductief zou kunnen zijn. De psychiater had aangegeven dat eerdere gedwongen opnames niet effectief waren gebleken en dat de betrokkene na korte tijd weer goed aanspreekbaar was. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de officier afgewezen, met de overweging dat de crisissituatie niet ernstig genoeg was om de procedure voor een zorgmachtiging niet af te wachten.
De beschikking is op 9 april 2020 mondeling gegeven door rechter H.J. Wieman-Bart en op 17 april 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.