Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het (verdere) verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 6 september 2019, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- het proces-verbaal van de op 15 januari 2020 gehouden comparitie van partijen;
- de schriftelijke reactie van 28 februari 2020 op het proces-verbaal zijdens De Schokbreker;
- de brief van 9 april 2020 van De Schokbreker.
2..De aanvullende vaststaande feiten
Jaarlijks wordt een bedrag van f 7.250,- toegekend aan de vereniging de Schokbreker ten behoeve van de betaling van de huurkosten. Dit bedrag komt voort uit de (huur)inkomsten uit de kelder. (…)”
3..De (verdere) beoordeling
verrekening “Bufferbedrag” f. 7.245,-’ wordt vermeld met betrekking tot de ontvangsten van De Schokbreker in 1995.
4..De beslissing
- Woonstad zich ter rolzitting van 26 mei 2020 bij akte dient uit te laten of, en zo ja op welke wijze, zij voornoemd bewijs wenst te leveren, waarbij de akte uiterlijk de dag vóór genoemde rolzitting om 12:00 uur ter griffie ontvangen moet zijn;
- indien zij dat wil doen door schriftelijke bewijsstukken, zij die dan dadelijk bij die akte in het geding moet brengen;
- indien zij getuigen wenst voor te brengen, zij in die akte opgave moet doen van naam en woonplaats van de door haar voor te brengen getuigen alsook van de verhinderdata van beide partijen voor de daaropvolgende vier maanden; Woonstad zal te zijner tijd zelf zorg hebben te dragen voor behoorlijke oproeping van de getuigen;