In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 april 2020 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen de Stichting Albert Schweitzer Ziekenhuis (ASZ) en een verweerster, die medische aansprakelijkheid claimt. De verweerster heeft ASZ aansprakelijk gesteld voor verwijtbaar medisch handelen na een kijkoperatie die zij op 20 april 2018 onderging. ASZ heeft verzocht om toestemming om medische gegevens van de verweerster te delen met haar beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar, MediRisk, zonder dat hiervoor een machtiging van de verweerster nodig zou zijn. De rechtbank oordeelt dat de keuze van ASZ om de aansprakelijkstelling door een derde te laten beoordelen, niet betekent dat het verbod op verwerking van medische gegevens van de verweerster niet meer geldt. De rechtbank stelt vast dat de verweerster niet gebonden is aan de interne richtlijnen van ASZ of de polisvoorwaarden van MediRisk. De rechtbank wijst het verzoek van ASZ af en bepaalt dat ASZ de aansprakelijkstelling van de verweerster in behandeling moet nemen zonder de medische gegevens aan MediRisk te verstrekken. Dit besluit is genomen met inachtneming van de privacywetgeving, waarbij de bescherming van medische gegevens van groot belang is. De rechtbank benadrukt dat de verweerster recht heeft op privacy en dat de verwerking van haar medische gegevens alleen onder strikte voorwaarden kan plaatsvinden. De kosten van de procedure worden begroot op € 7.318,80, maar ASZ wordt niet veroordeeld tot betaling van deze kosten omdat de aansprakelijkheid nog niet is vastgesteld.