Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 17 juli 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 3 oktober 2019, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de voorafgaande aan de comparitie van partijen aan de zijde van Marcan overgelegde conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de voorafgaande aan de comparitie van partijen aan de zijde van Marcan overgelegde (fax)brief van 8 november 2019, met een productie;
- de voorafgaande aan de comparitie van partijen aan de zijde van [gedaagde] overgelegde akte aanvullende producties;
- het proces-verbaal van de op 12 november 2019 gehouden comparitie van partijen.
2..De vaststaande feiten
31 oktober 2022. Partijen hebben gesproken over een eerdere beëindiging van de huurovereenkomst, maar zij hebben geen regeling bereikt. Marcan kan op dit moment geen vergelijkbaar pand aan [gedaagde] aanbieden.
3..De stellingen van partijen in conventie
4..De stellingen van partijen in reconventie
5..De beoordeling van de vorderingen
6..De beslissing
14 dagen na de betekening van het vonnis tot de dag der algehele voldoening;