ECLI:NL:RBROT:2020:3355

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
7968653 CV EXPL 19-34985
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande factuur en buitengerechtelijke kosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Energiewacht N.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Energiewacht vorderde betaling van een openstaande factuur van € 31,25, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde had een huurovereenkomst met Energiewacht voor een warmwatertoestel, maar was in gebreke gebleven met de betaling van de laatste factuur. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de hoogte en de verschuldigdheid van het bedrag erkende, maar verzocht om een betalingsregeling. De kantonrechter oordeelde dat Energiewacht niet verplicht was om in te stemmen met een betalingsregeling en dat de gedaagde in de proceskosten moest worden veroordeeld. De vordering van Energiewacht werd in zijn geheel toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7968653 CV EXPL 19-34985
uitspraak: 3 april 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de naamloze vennootschap
Energiewacht N.V.,
gevestigd te Assen,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde]
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Energiewacht’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 23 juli 2019, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met één productie;
  • conclusie van repliek;
  • conclusie van dupliek.
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
[gedaagde] heeft met Energiewacht een huurovereenkomst gesloten waarbij [gedaagde] gebruik kan maken van een warmwatertoestel te weten een combiketel. Op deze huurovereenkomst zijn de Algemene Voorwaarden van Energiewacht voor de verhuur van toestellen van toepassing.
2.2
Energiewacht heeft de huurovereenkomst op grond van de Algemene voorwaarden beëindigd.
2.3
Aan [gedaagde] is een laatste factuur van 3 juli 2018 gestuurd voor de huur van het tijdvak juli 2018 en de toeslag van juli 2018 voor een bedrag van in totaal € 31,25.

3..De vordering

3.1
Energiewacht heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 71,89 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 31,25 vanaf 11 juli 2019 tot de dag er algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Aan haar vordering heeft Energiewacht – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.1
[gedaagde] is, ondanks aanmaning, in gebreke gebleven met tijdige en volledige betaling van het door haar aan Energiewacht verschuldigde bedrag van € 31,25.
3.2.2
Door de wanbetaling van [gedaagde] zag Energiewacht zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke kosten te maken. Op 29 oktober 2018 is [gedaagde] aangemaand. Deze kosten van € 40,00 komen op grond van artikel 6:96 lid 5 Burgerlijk Wetboek voor rekening van [gedaagde] .
3.2.3
Voorts maakt Energiewacht aanspraak op wettelijke rente, waaronder een bedrag van € 0,64 aan vervallen rente berekend tot 11 juli 2019.

4..Het verweer

[gedaagde] heeft uiteindelijk de hoogte en de verschuldigdheid van het door Energiewacht gevorderde bedrag van € 31,25 erkend. [gedaagde] verzoekt om een betalingsregeling omdat hij het verschuldigde bedrag niet in één keer kan betalen.

5..De beoordeling van de vordering

5.1
[gedaagde] heeft de hoogte en de verschuldigdheid van het door Energiewacht gevorderde bedrag van € 31,25 erkend en heeft erkend dat dit bedrag ten tijde van de dagvaarding nog niet was voldaan. Energiewacht mocht [gedaagde] dan ook dagvaarden voor dat bedrag. De hoofdsom die ziet op de openstaande factuur van 3 juli 2018 van € 31,25, ligt derhalve voor toewijzing gereed.
5.2
Energiewacht maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Energiewacht, althans haar gemachtigde, heeft aan [gedaagde] een aanmaning verzonden, die voldoet aan de in artikel 6:96, zesde lid van het Burgerlijk Wetboek gestelde eisen. Nu [gedaagde] hieromtrent geen verweer heeft gevoerd, zal van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagde] worden uitgegaan. Daarnaast staat vast dat [gedaagde] niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn tot volledige betaling van de gevorderde hoofdsom is overgegaan. Het gevorderde bedrag van € 40,00 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt dan ook toegewezen.
5.3
De gevorderde vervallen rente van € 0,64 is als onweersproken en op de wet gegrond terecht gevorderd. De gevorderde rente vanaf 11 juli 2019 wordt toegewezen zoals onder de beslissing vermeld.
5.4
[gedaagde] heeft gesteld de vordering middels een betalingsregeling te willen voldoen. Gelet op het bepaalde in artikel 6:29 Burgerlijk Wetboek kan Energiewacht niet worden verplicht om in te stemmen met een betalingsregeling en is de kantonrechter niet gerechtigd om een betalingsregeling vast te stellen zonder instemming van Energiewacht. Voor het (eventueel alsnog) treffen van een betalingsregeling met Energiewacht wordt [gedaagde] verwezen naar de gemachtigde van Energiewacht.
5.5
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde] in de proceskosten veroordeeld.

6..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Energiewacht tegen kwijting te betalen € 71,89 aan hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en verschenen rente, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over € 31,25 vanaf 11 juli 2019 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Energiewacht vastgesteld op € 166,18 aan verschotten en € 36,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Kemp-Randewijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44485