ECLI:NL:RBROT:2020:3354

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
8236963 CV EXPL 19-54301
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een openstaande factuur na tandheelkundige behandeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Infomedics B.V. en een gedaagde, die de openstaande factuur van € 99,40 betwistte. De gedaagde had een tandheelkundige behandeling ondergaan bij Tandartsenpraktijk Vierambacht, waarvan de vordering was overgedragen aan Infomedics. De gedaagde stelde dat de prothese die was gemaakt niet paste en dat hij meerdere keren terug was gegaan naar de tandarts om dit probleem op te lossen. Hij weigerde daarom te betalen.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in beginsel gehouden was om het verschuldigde bedrag te voldoen, omdat hij geen bewijs had geleverd dat de zorgaanbieder tekort was geschoten. De kantonrechter verwierp het verweer van de gedaagde dat de zorgaanbieder zijn werk niet goed had gedaan, omdat de gedaagde de zorgaanbieder niet in gebreke had gesteld. De rechter benadrukte dat het uitvoeren van een tandheelkundige behandeling een inspanningsverplichting is en dat de zorgaanbieder voldoende inspanning had geleverd.

De vordering van Infomedics werd toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 en de wettelijke rente. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de gedaagde werd in het ongelijk gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8236963 CV EXPL 19-54301
uitspraak: 3 april 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres,
gemachtigde: Yards deurwaardersdiensten B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Infomedics’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 17 december 2019, met producties;
  • de aantekeningen d.d. 7 januari 2020 van het mondelinge antwoord van [gedaagde] ;
  • de conclusie van repliek;
  • de aantekeningen d.d. 5 maart 2020 van de mondelinge reactie van [gedaagde] .
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang het volgende vast.
2.1
[gedaagde] heeft op 28 februari 2019 een tandheelkundige behandeling ondergaan bij Tandartsenpraktijk Vierambacht, welke is gefactureerd met factuurnummer [nummer factuur] voor een bedrag van in totaal € 99,40.
2.2
Tandartsenpraktijk Vierambacht heeft haar vordering overgedragen aan Infomedics.

3..De vordering

3.1
Infomedics heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 140,20, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 99,40 vanaf 5 december 2019 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering heeft Infomedics – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag gelegd.
3.3
[gedaagde] is, ondanks aanmaning en sommatie, in gebreke gebleven met de tijdige en volledige betaling van de door Infomedics aan hem verzonden factuur d.d. 2 juli 2019 voor een totaalbedrag van € 99,40 verschuldigd aan Infomedics.
3.4
Door de wanbetaling van [gedaagde] zag Infomedics zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke kosten te maken. Op 9 augustus 2019, 6 september 2019 en 4 oktober 2019 heeft Infomedics [gedaagde] aangemaand. De gemaakte kosten van € 40,00 komen op grond van artikel 6:96 lid 5 Burgerlijk Wetboek voor rekening van [gedaagde] .
3.5
Voort maakt Infomedics aanspraak op de wettelijke rente, waaronder een bedrag van
€ 0,80 aan vervallen rente berekend tot 5 december 2019.
3.6
Infomedics heeft gemotiveerd betwist dat de zorgaanbieder tekort is geschoten. Nadat [gedaagde] zijn klachten bij de zorgaanbieder kenbaar had gemaakt is [gedaagde] nog twee keer terug geweest op de praktijk om zijn klachten te laten verhelpen. Daarna heeft de zorgaanbieder geen bericht van [gedaagde] meer ontvangen. Bij het uitblijven van een verder bericht is de zorgaanbieder er dan ook vanuit gegaan dat de klachten verholpen waren. Infomedics voert naar aanleiding van het verweer nog aan dat het in casu om een inspanningsverplichting en niet om een resultaatsverplichting gaat.

4..Het verweer

Het verweer van [gedaagde] strekt tot afwijzing van de vordering. Daartoe heeft hij – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aangevoerd.
De tandarts heeft voor [gedaagde] een prothese gemaakt. Omdat de prothese niet past ligt deze bij de tandarts. [gedaagde] is vaak terug gegaan, wel minstens twintig keer. Het is niet gelukt om de prothese passend te maken. [gedaagde] wil het openstaande bedrag niet betalen.

5..De beoordeling van de vordering

5.1
Vaststaat dat [gedaagde] een behandeling heeft ondergaan bij de zorgaanbieder, zodat hij in beginsel gehouden is om het daarvoor verschuldigde bedrag van € 99,40 te voldoen.
5.2
Voor zover [gedaagde] met zijn verweer wil aanvoeren dat de zorgaanbieder zijn werk niet goed heeft gedaan en hij daarom niet gehouden is om de openstaande factuur te betalen, wordt dat verweer verworpen. Om de betalingsverplichting op te schorten of ongedaan te maken had [gedaagde] de zorgaanbieder in gebreke moeten stellen en hem de gelegenheid moeten bieden om alsnog goed na te komen. Niet is gebleken dat [gedaagde] dat heeft gedaan.
5.3
Het uitvoeren van een tandheelkundige behandeling is, zoals Infomedics terecht stelt, te kwalificeren is als een inspanningsverplichting en niet als een resultaatsverplichting. Dat leidt ertoe dat wanneer de zorgaanbieder voldoende inspanning heeft verricht, maar het gewenste resultaat desondanks niet behaald wordt, dat niet voor rekening van de zorgaanbieder dient te komen. Dat er, zoals [gedaagde] heeft gesteld, sprake zou zijn van een ondeugdelijke prothese, heeft de kantonrechter niet kunnen vaststellen. Daarvan heeft [gedaagde] ook geen bewijs aangeboden, laat staan geleverd.
5.4
Nu [gedaagde] verder de hoogte van het gevorderde bedrag niet heeft betwist, leidt een en ander tot de conclusie dat [gedaagde] gehouden is het bedrag van € 99,40 aan Infomedics te voldoen. De vordering ter zaken zal dan ook worden toegewezen.
5.5
Infomedics maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vergoeding waarop ingevolge het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten aanspraak kan worden gemaakt zal worden berekend aan de hand van de toewijsbare hoofdsom. De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen tot een bedrag van € 40,00.
5.6
De gevorderde vervallen wettelijke rente van € 0,80 zal als onweersproken en op de wet gegrond worden toegewezen. De gevorderde rente vanaf 5 december 2019 wordt toegewezen zoals onder de beslissing vermeld.
5.7
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

6..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics tegen kwijting te betalen € 140,20 aan hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en vervallen rente, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over € 99,40 vanaf 5 december 2019 tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 206,18 aan verschotten en € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Kemp-Randewijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44485