Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
- het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 16 januari 2019;
- de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door D. van der Meer, psychiater en K.G.A. Nieuwenhuis, Wzd-functionaris, van 15 januari 2020;
- de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 21 januari 2020;
- de verklaring van de zorgaanbieder Korsakovcentrum Slingedael van 13 januari 2020;
- het zorgplan van 9 november 2019.
- cliënt met zijn hierboven genoemde advocaat;
- R.M.B. Helder, specialist ouderengeneeskunde en K.G.A. Nieuwenhuis, Wzd-functionaris, beiden verbonden aan Korsakovcentrum Slingedael te Rotterdam.
2..Beoordeling
Kamerstukken II2019/20, 35370, 1). De aangekondigde AMvB is nog niet vastgesteld. Er zijn nu cliënten met bovengenoemde aandoeningen die in Wzd-instellingen verblijven, waaronder onderhavige cliënt. Dit is voor de praktijk een onwerkbare situatie en strookt niet met de doelstellingen van de Wzd (en de Wvggz), te weten het bieden van behandeling en het afwentelen van ernstig nadeel. De rechtbank anticipeert daarom op de aangekondigde spoedige wijziging van het Besluit zorg en dwang en verstaat dat het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington en niet-aangeboren hersenletsel in het onderhavige geval wordt gelijkgesteld met een psychogeriatrische aandoening en een verstandelijke handicap als bedoeld in artikel 1 lid 4 Wzd.