Uitspraak
verblijvende te [verblijfplaats] ,
gevestigd te Utrecht,
2.Uitgangspunten en feiten
Kamerstukken II2019/20, 35370, l). De aangekondigde AMvB is nog niet vastgesteld. Er zijn nu cliënten met bovengenoemde aandoeningen die in Wzd-instellingen verblijven, waaronder onderhavige cliënt. Dit is voor de praktijk een onwerkbare situatie en strookt niet met de doelstellingen van de Wzd (en de Wvggz), te weten het bieden van behandeling en het afwentelen van ernstig nadeel. De rechtbank anticipeert daarom op de aangekondigde spoedige wijziging van het Besluit zorg en dwang en verstaat dat het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington en niet-aangeboren hersenletsel in het onderhavige geval wordt gelijkgesteld met een psychogeriatrische aandoening en een verstandelijke handicap als bedoeld in artikel 1 lid 4 Wzd.
3.Beoordeling van het middel
in accordance with a procedure prescribed by law’ ten behoeve van ‘
lawful detention of [a person] of unsound mind’ als bedoeld in art. 5 lid 1, onderdeel e, en lid 4 EVRM. Nu de Wzd nog niet kon worden toegepast, was de Wvggz van toepassing en had de rechtbank de verzochte machtiging moeten afwijzen, althans de zaak op de voet van art. 38 lid 10 Wzd moeten aanhouden om haar gevoelen of een zorgmachtiging als bedoeld in de Wvggz niet passender zou zijn aan het CIZ en de officier van justitie kenbaar te maken, aldus het middel.
4.Beslissing
17 juli 2020.