In deze zaak heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde mr. A.T. Tilburg, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De vordering betreft een bedrag van € 6.973,14 bruto aan achterstallig loon, vakantietoeslag en niet-genoten vakantie-uren, vermeerderd met een wettelijke verhoging van 50% en wettelijke rente. Eiseres was in dienst bij gedaagde van 1 juli 2019 tot 1 januari 2020, toen zij haar arbeidsovereenkomst zelf opzegde. Gedaagde heeft echter slechts gedeeltelijk loon betaald en heeft de vakantietoeslag en de uitbetaling van niet-genoten vakantie-uren nagelaten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres een spoedeisend belang heeft en dat de vordering niet ongegrond of onrechtmatig is. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, met inachtneming van de gevorderde bedragen en de wettelijke verhoging. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.