Op 27 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren op [geboortedatum betrokkene], op verzoek van het CIZ. De rechtbank heeft de mondelinge beslissing op die datum genomen, waarbij de advocaat van de cliënt, mr. H. van der Wal, en verschillende zorgprofessionals, waaronder drs. A. Warriag, aanwezig waren. De procedure is gestart met een verzoekschrift van het CIZ, dat op 26 maart 2020 bij de rechtbank is ingediend, vergezeld van relevante bijlagen, waaronder een beschikking van de burgemeester en medische verklaringen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie van het type Alzheimer. De burgemeester van Nissewaard had op 24 maart 2020 een last tot inbewaringstelling afgegeven. De rechtbank concludeert dat de cliënt, die zijn vrouw overbelast en in gevaar heeft gebracht, niet in staat is om de zorg te ontvangen die hij nodig heeft. De voortzetting van de inbewaringstelling is noodzakelijk om ernstig nadeel te voorkomen, en er zijn geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar.
De rechtbank verleent de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van zes weken, tot en met 8 mei 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. H.J. Wieman-Bart en schriftelijk uitgewerkt op 1 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.