Uitspraak
Rechtbank rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 maart 2020 in de zaken tussen
[eiseres 1] , eiseres 1,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Rotterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 27 maart 2020, zijn eiseressen 1, 2 en 3 betrokken in een bestuursrechtelijke procedure tegen het college van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam. De zaak betreft een last onder dwangsom die aan eiseres 2 is opgelegd voor het bedrijfsmatig afmeren van schepen en pontons in strijd met het bestemmingsplan. De rechtbank verwijst naar een eerdere tussenuitspraak van 8 augustus 2019, waarin werd vastgesteld dat het bestreden besluit II in strijd was met de rechtszekerheid en de Algemene wet bestuursrecht. Verweerder heeft in een nieuw besluit, het bestreden besluit IV, geprobeerd het gebrek te herstellen door het intrekken van eerdere besluiten en het vaststellen van een dwangsom van € 5.000,- per overtreding per week. Eiseressen hebben bezwaar gemaakt tegen de formulering van de last en de onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden bij het afmeren van schepen.
De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit IV in voldoende mate uitvoering heeft gegeven aan de eerdere tussenuitspraak en dat de formulering van de last niet te algemeen is. De rechtbank stelt vast dat eiseressen in staat zijn om maatregelen te treffen om overtredingen te voorkomen. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres 3 ongegrond en het beroep van eiseressen 1 en 2 tegen het bestreden besluit II gegrond, terwijl het beroep tegen het bestreden besluit IV ongegrond wordt verklaard. De rechtbank bepaalt dat verweerder het griffierecht vergoedt en veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseressen 1 en 2.