ECLI:NL:RBROT:2020:2571
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 15 maart 2020 opgelegde crisismaatregel, die was genomen op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren op de Filipijnen en thans verblijvende in Antes GGZ, vertoonde een katatoon toestandsbeeld en was onvoldoende in staat tot zelfzorg, wat leidde tot een reëel risico op ondervoeding en uitdroging. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, en dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De rechtbank achtte verschillende vormen van verplichte zorg noodzakelijk, waaronder het toedienen van vocht, voeding, medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De betrokkene verzet zich tegen deze zorg, maar de rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 25 maart 2020.