ECLI:NL:RBROT:2020:2494
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot buiten behandelingstelling van aanvraag bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen. De eiser had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van de eigen bijdrage voor een advocaat, maar deze aanvraag werd door verweerder buiten behandeling gesteld. Dit gebeurde op basis van artikel 4:5, eerste lid, aanhef onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de eiser niet tijdig de gevraagde bewijsstukken had overgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser, ondanks een verzoek van verweerder om aanvullende gegevens, niet heeft gereageerd op de brief waarin deze gegevens werden opgevraagd. De rechtbank oordeelde dat het bestuursorgaan in dit geval niet onzorgvuldig heeft gehandeld door de brief alleen naar de gemachtigde van de eiser te sturen, aangezien de gemachtigde was aangesteld om de belangen van de eiser te behartigen. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij de gevraagde gegevens niet had ontvangen en dat hij niet had voldaan aan zijn verplichting om de benodigde bewijsstukken te overleggen. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.