1.3.Bij het bestreden besluit heeft verweerder, onder verwijzing naar de rapportages van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep, het primaire besluit gehandhaafd.
2. Eiseres heeft in beroep – samengevat weergegeven – aangevoerd dat zij meer beperkt is dan door verweerder is vastgesteld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft volgens eiseres onzorgvuldig en onvolledig onderzoek verricht; het lichamelijk onderzoek dat heeft plaatsgevonden is te beperkt geweest. Het heeft op de weg van de verzekeringsarts bezwaar en beroep gelegen om grondig en volledig lichamelijk onderzoek te doen naar alle beperkingen, zoals de aspecifiek lage rugklachten. Eiseres verwijst in dit kader naar de richtlijn ‘Whiplash, Aspecifieke rugklachten en Hartinfarct’ van de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG). Ook de diagnose depressie is volgens eiseres onderbelicht gebleven en onderschat; de diagnose wordt alleen benoemd. Er wordt verder geen aandacht aan geschonken, terwijl de medicatie is verhoogd. Onduidelijk is of de verzekeringsarts bezwaar en beroep medisch onderzoek heeft uitgevoerd aan de hand van de richtlijn ‘Algemene inleiding, Overspanning en Depressieve stoornis’ van de NVVG. Eiseres voert verder aan dat de FML van 8 november 2018, geldig per 6 november 2018, de belastbaarheid onjuist weergeeft. De fysieke en psychische klachten en beperkingen van eiseres geven aanleiding om meer beperkingen aan te nemen ten aanzien van onder andere persoonlijk functioneren, dynamische handelingen en statische houdingen. Daarbij stelt eiseres dat een urenbeperking had moeten worden aangenomen vanwege energetische redenen. Eiseres heeft in dat kader ook gewezen op het schrijven van 1 juli 2017 van mevrouw A. Martinez, adviserend geneeskundige van GGD Haaglanden. Eiseres wijst er verder op dat haar gezondheid is verslechterd en dat er opnieuw een MRI-scan zal worden gemaakt. Eiseres verwijst daartoe naar de brief van 9 september 2019 van neuroloog D.Y.B. Tan.
Eiseres stelt verder dat de geduide functies niet passend zijn. De geduide functies zijn niet afgestemd op de lichamelijke- en psychische klachten van eiseres. Ten aanzien van de functie Productiemedewerker (SBC-code [nummer 2] ) heeft eiseres aangevoerd dat deze functie niet passend is, omdat er veelvuldig wordt gereikt, gebogen, getild en gestaan.
Tot slot stelt eiseres zich op het standpunt dat er aanleiding bestaat om een onafhankelijke deskundige te benoemen. Eiseres verwijst in dit kader naar het arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 8 oktober 2015 inzake Korošec tegen Slovenia (arrest Korošec), ECLI:CE:ECHR:2015:1008JUD007721212.
3. Op grond van artikel 4 van de Wet WIA is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt degene die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur.
Op grond van artikel 5 van de Wet WIA is gedeeltelijk arbeidsgeschikt degene die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, doch die niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.
Op grond van artikel 6, derde lid, van de Wet WIA wordt onder de genoemde arbeid verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe de verzekerde met zijn krachten en bekwaamheden in staat is.
In het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit) zijn regels gesteld voor de beoordeling van het percentage van het maatmaninkomen dat de verzekerde kan verdienen.
4. De rechtbank dient te beoordelen of verweerder de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres terecht met ingang van 22 januari 2019 heeft vastgesteld op minder dan 35%. Daartoe dient de rechtbank aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden te toetsen of verweerder de medische beperkingen correct heeft vastgesteld en of eiseres, rekening houdend met haar beperkingen, in staat is met gangbare arbeid ten minste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur.