ECLI:NL:RBROT:2020:2454
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in Wvggz-zaak tijdens coronamaatregelen
Op 20 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de advocaat van een verzoeker in een Wvggz-zaak. De wraking was gericht tegen mr. M.C. Woudstra, de rechter die de zaak behandelde. De advocaat voerde aan dat de manier waarop de rechter de verzoeker zou horen, namelijk telefonisch, niet in overeenstemming was met de wettelijke vereisten voor een goede verdediging. De verzoeker was op dat moment opgenomen in een instelling en de advocaat had hem voorafgaand aan de zitting niet kunnen bezoeken vanwege coronamaatregelen. De advocaat verzocht de rechter om de verzoeker persoonlijk te horen of via een videoverbinding, maar de rechter weigerde dit en hield vast aan de richtlijnen van de Rechtspraak die telefonische zittingen voorschreven in verband met de coronamaatregelen. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter niet onbegrijpelijk was en dat er geen sprake was van vooringenomenheid. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen.