Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 28 juni 2019 met 25 producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, van 28 augustus 2019 met zes producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 15 januari 2020 met één productie;
- de akte van 15 januari 2020 van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] met één productie;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 29 januari 2020;
2..De feiten
VoorwaardenOp de geldlening zijn de bijgevoegde Algemene Voorwaarden d.d. 1 oktober 2012 van toepassing. Door ondertekening van deze herzieningsbrief verklaart u een exemplaar van de Algemene Voorwaarden te hebben ontvangen, de inhoud daarvan te kennen en met de inhoud daarvan akkoord te zijn.”
VoorwaardenOp de geldlening zijn de bijgevoegde Algemene Voorwaarden d.d. 1 oktober 2012 van toepassing. Door ondertekening van deze herzieningsbrief verklaart u een exemplaar van de Algemene Voorwaarden te hebben ontvangen, de inhoud daarvan te kennen en met de inhoud daarvan akkoord te zijn.”
VoorwaardenOp de geldlening zijn de bijgevoegde Algemene Voorwaarden d.d. 1 oktober 2012 van toepassing. Door ondertekening van deze herzieningsbrief verklaart u een exemplaar van de Algemene Voorwaarden te hebben ontvangen, de inhoud daarvan te kennen en met de inhoud daarvan akkoord te zijn.”
VoorwaardenOp de geldlening zijn de bijgevoegde Algemene Voorwaarden d.d. 1 oktober 2012 van toepassing. Door ondertekening van deze herzieningsbrief verklaart u een exemplaar van de Algemene Voorwaarden te hebben ontvangen, de inhoud daarvan te kennen en met de inhoud daarvan akkoord te zijn.”
VoorwaardenOp de geldlening zijn de bijgevoegde Algemene Voorwaarden d.d. 1 oktober 2012 van toepassing. Door ondertekening van deze herzieningsbrief verklaart u een exemplaar van de Algemene Voorwaarden te hebben ontvangen, de inhoud daarvan te kennen en met de inhoud daarvan akkoord te zijn.”
Helaas is er recent weer een bericht gepubliceerd waarbij de brandveiligheid ter discussie is gesteld.
Artikel 6 Rente en aflossingsvoorwaarden(…)
6. De schuldeiser is, onverminderd de bevoegdheid tot vervroegde opeising krachtens artikel 10, bevoegd het rentepercentage te herzien, ook tijdens de rentevastperiode, indien (…) de financiële positie van de schuldenaar is verslechterd, (…) een en ander voor zover naar het oordeel van de schuldeiser de mogelijkheid van de schuldenaar om zijn verplichtingen jegens de schuldeiser tijdig en behoorlijk na te komen nadelig kan worden beïnvloed.
(…)
j. indien de schuldeiser door haar relatie met de schuldenaar op een voor de schuldeiser schadelijke wijze in de publiciteit komt of een redelijke kans daartoe bestaat (…) of indien de goede naam en faam van de schuldeiser anderszins door haar relatie met de schuldenaar wordt aangetast of zou kunnen worden aangetast dan wel voorzienbaar is dat daarvan sprake zal zijn, een en ander naar het oordeel van de schuldeiser;
(…)
2. In de in (…) artikel 10 genoemde gevallen is de schuldeiser (…) gerechtigd (…):
(i) de kredietovereenkomst (…) op te zeggen door een daartoe strekkende schriftelijke mededeling aan de schuldenaar.”
3..Het geschil
in conventie
4..De beoordeling
in conventie
De ontkenning door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dat zij de AV 2012 hebben ontvangen kan mede in het licht van artikel 157 lid 2 Rv niet gelden als voldoende gemotiveerde betwisting van de stelling van PVF dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] een redelijke mogelijkheid is geboden om kennis te nemen van de AV 2012. [gedaagde 1] heeft vijf keer een brief ondertekend waarin hij verklaart kennis te hebben genomen van de AV 2012 en [gedaagde 2] heeft dat twee keer gedaan. Gesteld noch gebleken is hoe [gedaagde 1] en [gedaagde 2] per saldo zeven keer over de verwijzing naar de AV 2012 heen hebben kunnen lezen; dat is onaannemelijk. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat naar het oordeel van de rechtbank de onder 2.4, 2.6, 2.8, 2.10 en 2.12 geciteerde passage niet ‘verstopt’ zit in de brieven. Voor alle brieven geldt dat zij (na de koptekst en aanhef) minder dan één bladzijde tekst bevatten en dat onder het kopje “Voorwaarden” behalve de passage over de AV 2012 uitsluitend is vermeld dat alle overige voorwaarden en condities ongewijzigd van kracht blijven. De passage is dus niet ‘weggemoffeld’ in de renteherzieningsbrieven. Dat de AV 2012 onderaan deze brieven niet is vermeld als meegezonden bijlage maakt het voorgaande niet anders, omdat in de brieven staat dat de AV 2012 zijn meegezonden en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] door ondertekening van die brieven hebben verklaard dat dit juist is.
Gelet op het voorgaande hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij de AV 2012 van PVF hebben ontvangen en daarvan (tijdig) kennis hebben kunnen nemen, zodat aan bewijslevering niet wordt toegekomen. De rechtbank verwerpt het verweer.
De door PVF gevorderde nakosten worden toegewezen tot de gevorderde bedragen.
De rechtbank zal de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaren.