Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 maart 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Op 26 januari 2018 en 15 april 2018 is deze inrichting door een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit geïnspecteerd. De bevindingen van de inspecteur zijn neergelegd in rapporten van bevindingen van 14 februari 2018, onderscheidenlijk 24 mei 2018. Op basis daarvan heeft verweerder de bij het bestreden besluit gehandhaafde boetes opgelegd.
Op 15 april 2018 (boete 2) heeft de inspecteur opnieuw in dezelfde ruimte mensen zien roken. Daarnaast is geconstateerd dat er is gerookt in een ruimte die weliswaar als rookruimte is aangewezen, maar niet als zodanig kan worden aangemerkt omdat hierin structureel werkzaamheden worden verricht. Door het rookverbod niet te handhaven heeft eiser volgens verweerder gehandeld in strijd met van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder e, van de Tabaks- en rookwarenwet (de Tabakswet).
Nu daarnaast ook in dit rapport is vermeld dat niet de geur van tabaksrook is waargenomen, maar de typische zoete, weeïge geur van shisha, bestaat ruimte voor twijfel aan de juistheid van de stelling van verweerder dat de aan de bar waargenomen rokende gasten tabakhoudende shisha rookten. Het eerst ter zitting overgelegde document uit het interne systeem van verweerder kan niet als bewijs van de overtreding dienen. Het dragende bewijs voor een overtreding dient immers uiterlijk bij het bestreden besluit bekend te zijn. Bovendien blijkt ook uit dit stuk niet of een in gebruik zijnde waterpijp is bemonsterd. Dat is niet in het stuk vermeld, terwijl dat wel het geval is bij de gegevens die betrekking hebben op het monster uit de rookruimte. Zoals hiervoor is overwogen, dient in geval van twijfel het voordeel van de twijfel aan de beboete persoon te worden gegund. De conclusie is daarom dat ook niet is komen vast te staan dat eiser ten tijde van de inspectie op 15 april 2018 artikel 10, eerste lid, aanhef en onder e, van de Tabakswet heeft overtreden. Ook deze boete kan geen stand houden.