ECLI:NL:RBROT:2020:211

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 januari 2020
Publicatiedatum
13 januari 2020
Zaaknummer
C/10/585969 / KG ZA 19-1184
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering tot verwijdering van gegevens uit het Incidentenregister en het Externe Verwijzingsregister

In deze zaak heeft de eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.L. Bakker, een kort geding aangespannen tegen Quion Hypotheekbegeleiding B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. E.A. Buziau. De eiseres vordert de verwijdering van haar persoonsgegevens uit het Incidentenregister en het Externe Verwijzingsregister van Quion, na een incident waarbij een hennepkwekerij in haar appartement werd aangetroffen. De eiseres stelt dat zij niet betrokken was bij de hennepkwekerij en dat de registratie in de registers onterecht is. Quion verdedigt zich door te stellen dat de registratie gerechtvaardigd is vanwege de aanwezigheid van de hennepkwekerij en het niet voldoen aan de zelfbewoningsplicht. De voorzieningenrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de eiseres betrokken was bij de hennepkwekerij, waardoor de registratie in het Incidentenregister niet gerechtvaardigd is. De vordering tot verwijdering van deze registratie wordt toegewezen. Echter, de registratie van de eiseres in het Externe Verwijzingsregister wordt niet toegewezen, omdat de gedragingen van de eiseres, zoals het niet melden van haar beëindigde dienstverband, als relevant worden beschouwd voor de financiële instelling. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten dragen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/585969 / KG ZA 19-1184
Vonnis in kort geding van 6 januari 2020
in de zaak van
[eiseres],
wonende in [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. H.L. Bakker, kantoorhoudende in Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
QUION HYPOTHEEKBEGELEIDING B.V.,
gevestigd in Capelle aan den IJssel,
gedaagde,
advocaat mr. E.A. Buziau, kantoorhoudende in Amsterdam.
Partijen worden hierna [eiseres] en Quion genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 4 december 2019, met producties 1 tot en met 8;
  • een ‘chronologische weergave van de feiten’ van Quion, met producties 1 tot en met 15;
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 19 december 2019;
  • de pleitnota van [eiseres] ;
  • de pleitnota van Quion.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft in 2016 een hypotheekofferte aangevraagd bij Dynamic Credit Hypotheken B.V. (hierna: Dynamic Credit), in verband met de aankoop van het appartement gelegen aan de [adres] in Rotterdam (hierna ook: het appartement). Op 12 mei 2016 heeft [eiseres] een offerte ontvangen. In die offerte staat:
4.1
Wanneer mogen wij de offerte intrekken (annuleren)?
In de volgende situaties mogen wij de offerte intrekken. U kunt de offerte dan niet meer gebruiken.
(…)
-
Als u of uw adviseur ons niet alle informatie heeft gegeven
-
Als u of uw adviseur ons verkeerde informatie heeft gegeven
(…)
-
Als uw situatie is veranderd, waardoor de eerder door u verstrekte gegevens niet
meer juist of volledig zijn.
2.2.
[eiseres] heeft het door Dynamic Credit (dat ook handelt onder de naam bijBouwe) gedane aanbod aanvaard. Op 6 juli 2016 is de hypotheekakte gepasseerd. Hierin staat:
6.2
Bepalingen uit de Algemene Voorwaarden die uitdrukkelijk worden bedongen
In de Algemene Voorwaarden komen onder meer de hierna onder (a) tot en met (m) opgenomen bepalingen voor die, voor zover nodig, hierbij tevens uitdrukkelijk in deze Hypotheekakte worden bedongen. (…)
(a) (…)
(b)Eigen bewoning
Je mag het Onderpand alleen gebruiken om zelf (met Jouw gezin) in te wonen. Je mag het Onderpand (zonder schriftelijke instemming van bijBouwe) dus niet door iemand anders dan Jijzelf (met Jouw gezin) laten gebruiken.
(c) (…)
(d)Goed onderhoud
Je bent gehouden het Onderpand goed te onderhouden en te gebruiken in overeenstemming met de wet. De manier waarop Je het Onderpand gebruikt, mag Je niet veranderen. Als Je schade hebt aan het Onderpand, moet deze schade spoedig worden hersteld.
(…)
2.3.
[eiseres] heeft op enig moment een tweede appartement gekocht. Dat appartement is op 9 oktober 2018 aan haar geleverd en daar is zij toen in gaan wonen.
2.4.
Op 25 maart 2019 heeft een inspecteur van de Gemeente Rotterdam een hennepkwekerij aangetroffen in het appartement aan de [adres] . De gemeente heeft [eiseres] en Quion/Dynamic Credit hiervan op de hoogte gesteld.
2.5.
Op 10 juli 2019 heeft Dynamic Credit [eiseres] bericht dat zij, naar aanleiding van
geconstateerde onregelmatigheden die in strijd zijn met de algemene voorwaarden, waaronder de aanwezigheid van een hennepkwekerij in het appartement, de hypothecaire geldlening beëindigt. [eiseres] heeft het appartement daarop verkocht en de volledige schuld aan Dynamic Credit ingelost.
2.6.
Bij brief van 1 juli 2019 heeft Quion [eiseres] bericht:
De financiering is verstrekt onder de voorwaarde dat het pand enkel gebruikt mag worden voor eigen bewoning. Uit niets blijkt dat het onderpand is aangekocht met de intentie het te gaan gebruiken voor eigen bewoning. Het feit dat er in december nog een pand is aangekocht dat tot voorkort ook niet door u bewoond werd, onderbouwt het vermoeden dat de panden niet voor eigen bewoning zijn aangekocht.
Er heeft een hennepkwekerij in het onderpand gezeten die zorgde voor ernstige gevaren voor de omgeving. U heeft verklaard dat het pand gedurende de periode dat er een hennepkwekerij in het pand gevestigd was niet bij u in gebruik was. Uit jurisprudentie blijkt dat de eigenaar van een woning bekend mag worden verondersteld met al hetgeen zich in zijn woning bevindt. Dit in combinatie met het feit dat er niet is aangetoond dat het pand daadwerkelijk verhuurd was maakt dat wij u verantwoordelijk achten.
Tot slot is er sprake van verzwijging met betrekking tot het beëindigen van het dienstverband. Vast staat dat het dienstverband voor of uiterlijk direct na passeren is beëindigd.
Derhalve achten wij het noodzakelijk uw persoonsgegevens en het betreffende incident op te nemen in het incidentenregister van Quion Groep B.V. en in het Externe Verwijzingsregister.
(…) Uw gegevens worden voor een tijdsduur van maximaal acht jaar vastgelegd.
2.7.
[eiseres] heeft op 9 augustus 2019 bezwaar gemaakt tegen opname van haar gegevens in het incidentenregister van Quion en het Externe Verwijzingsregister (hierna ook: de registers).
2.8.
Quion heeft in reactie daarop aan [eiseres] te kennen gegeven dat zij de registratie in de registers in stand houdt, maar dat de duur van de registratie wordt verkort tot vier jaar, omdat er geen achterstanden zijn geweest gedurende de looptijd van de lening en [eiseres]
heeft meegewerkt aan onderhandse verkoop van het onderpand, waardoor er geen restschuld is ontstaan.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert primair dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Quion beveelt om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis alle op haar betrekking hebbende registraties in het Incidentenregister van Quion en het Externe Verwijzingsregister te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag. De subsidiaire vordering van [eiseres] strekt tot verwijdering en het verwijderd houden van registraties in (alleen) het Externe Verwijzingsregister. [eiseres] vordert daarnaast dat Quion wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure.
3.2.
Quion voert primair als verweer dat niet zij, maar Dynamic Credit had moeten worden gedagvaard. Quion voert daartoe het volgende aan. Dynamic Credit heeft de begeleiding van het beheer van haar hypotheekleningen uitbesteed aan Quion. Als onderdeel van haar beheerstaak onderzoekt Quion incidenten met betrekking tot klanten van financiers als Dynamic Credit. Quion heeft daarom onderzoek gedaan naar de hennepkwekerij in het appartement, de vraag of [eiseres] het appartement heeft gekocht met de intentie daar te gaan wonen, en haar inkomenssituatie in de periode van de hypotheekaanvraag. Quion moet zich onder meer richten naar het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen. Als zij een (mogelijk) incident constateert, dan dient zij de gegevens van de betrokken persoon in haar Incidentenregister te registreren. Quion adviseert vervolgens de financier over te nemen stappen. Het is dan aan de financier, in dit geval Dynamic Credit, om aan de hand van dat advies wel of niet te besluiten tot registratie in het Externe Verwijzingsregister. Een registratie in het Externe Verwijzingsregister verwijst dan naar de persoonsgegevens in het Incidentenregister van Quion. Als de financier besluit tot registratie in het Externe Verwijzingsregister dan voert Quion dit feitelijk uit, in opdracht en naam van deze financier. Quion kan deze registratie niet zelfstandig ongedaan maken. Zij kan hooguit de financier vragen haar daartoe opdracht te geven.
3.3.
[eiseres] heeft op de zitting medegedeeld dat de advocaat van Quion vóór het uitbrengen van de dagvaarding aan haar advocaat zou laten weten voor wie hij optreedt (Quion of Dynamic Credit), dat hij dat niet heeft gedaan, en dat gekozen is voor het dagvaarden van Quion omdat zowel de brief van 1 juli 2019, waarbij zij in kennis is gesteld van opname van haar gegevens in het Incidentenregister van Quion en het Externe Verwijzingsregister, als de reactie op het door haar gemaakte bezwaar afkomstig is van Quion, en Dynamic Credit in die brieven niet wordt genoemd.
3.4.
Tegen deze achtergrond, leest de voorzieningenrechter de vorderingen van [eiseres] zo dat wordt gevorderd dat Quion wordt veroordeeld tot het verwijderen en het verwijderd houden van alle op [eiseres] betrekking hebbende registraties in het Incidentenregister van Quion, en tot het
doenverwijderen en het verwijderd
doenhouden van alle op [eiseres] betrekking hebbende registraties in het Externe Verwijzingsregister. Uit het verhandelde op de zitting blijkt dat Quion de vorderingen ook zo heeft gelezen.
3.5.
[eiseres] legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. Opname in de registers van het gegeven dat in haar woning een hennepkwekerij is geëxploiteerd, is alleen toegestaan als in voldoende mate vaststaat dat zij hierbij betrokken is geweest. Daarvan is geen sprake. De niet toegestane verhuur van het appartement/het niet voldoen aan de zelfbewoningsplicht en het niet melden van het feit dat zij haar baan heeft opgezegd in de periode voor het passeren van de hypotheekakte, rechtvaardigen de opname van haar persoonsgegevens in de registers niet.
3.6.
Quion concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten. Quion stelt zich op het standpunt dat alleen al de aanwezigheid van een hennepkwekerij in een woning waarop een recht van hypotheek rust kwalificeert als een incident in de zin van het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen. Het risico op brand wordt hierdoor aanzienlijk vergroot, terwijl de financiële instelling voor de terugbetaling van haar lening mede afhankelijk is van de staat van het onderpand. Dit incident is daarom met recht in het Incidentenregister opgenomen, aldus Quion.
Quion stelt zich verder op het standpunt dat zij Dynamic Credit op goede gronden heeft geadviseerd om de verwijzingsgegevens van [eiseres] op te nemen in het Externe Verwijzingsregister. Zij voert in dit verband het volgende aan. De hennepkwekerij was gevestigd in het appartement van [eiseres] . Dat rechtvaardigt de vooronderstelling dat zij daarvan de exploitant is geweest. Minst genomen mag worden aangenomen dat zij hiervan op de hoogte was en daar desondanks niets tegen heeft ondernomen. Het is aan [eiseres] om deze gerechtvaardigde vooronderstelling met bewijsstukken te ontkrachten. Verder dan een niet ondertekende, in het Nederlands opgestelde, huurovereenkomst, die zou zijn gesloten tussen niet Nederlands sprekende partijen, komt zij niet. Bovendien rammelt het verhaal over verhuur van het appartement aan alle kanten. Volgens de huurovereenkomst startte de verhuur in augustus 2018. [eiseres] heeft echter tegenover Quion verklaard dat zij, op het moment dat de kwekerij werd ontdekt, in maart 2019, het appartement al twaalf maanden verhuurde. In het tegen opname van haar gegevens in de registers gerichte bezwaarschrift schrijft haar advocaat daarentegen weer dat het appartement sinds oktober 2018 werd verhuurd. Dat zou zijn gedaan om dubbele woonlasten te voorkomen. [eiseres] heeft in die periode een tweede appartement gekocht. [eiseres] had, om dubbele woonlasten te voorkomen, echter ook in het eerste appartement kunnen gaan wonen. Hier komt bij dat uit niets blijkt dat [eiseres] het appartement aan de [adres] heeft gekocht met de intentie om daar zelf te gaan wonen en dat zij – door niet te melden dat zij haar baan had opgezegd – Dynamic Credit de kans heeft ontnomen om, ten tijde van de hypotheekaanvraag, haar werkelijke inkomenspositie te beoordelen. Voor een potentiële hypotheekverstrekker is het van essentieel belang om door de aanvrager correct te worden geïnformeerd over diens salaris. De hoogte van het salaris en de zekerheid dat dit in de toekomst zal worden genoten bepalen namelijk direct de omvang van een hypotheeklening.
3.7.
Op de voor de beoordeling van de vordering van belang zijnde stellingen van partijen wordt hierna ingegaan.

4.De beoordeling

De spoedeisendheid van de zaak

4.1.
Artikel 254 Rv bepaalt dat de voorzieningenrechter in spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, bevoegd is om deze te geven. Van een spoedeisende zaak in vorenbedoelde zin is sprake als van de eiser niet kan worden gevergd dat hij de uitkomst van een eventuele bodemprocedure afwacht.
4.2.
Registratie in het Incidentenregister van een financiële instelling heeft tot doel – kort gezegd – het waarborgen van de veiligheid en de integriteit van de financiële sector (artikel 4.1.1 van het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (hierna: het protocol)). Aan het Incidentenregister is een Extern Verwijzingsregister gekoppeld, waarin verwijzingsgegevens worden opgenomen (zoals de naam en geboortedatum van een persoon). Dit register kan worden geraadpleegd door andere financiële instellingen. Nadat een andere financiële instelling heeft vastgesteld dat een bepaalde persoon is opgenomen in het Externe Verwijzingsregister, kan deze instelling de gegevens in het Incidentenregister van de andere financiële instelling raadplegen (artikel 5.1.1 van het protocol). Toegang tot het Externe Verwijzingsregister hebben onder meer banken en verzekeraars. De opname van verwijzingsgegevens in dit register heeft daardoor mogelijke, nadelige gevolgen voor de beoordeling van een door [eiseres] ingediende aanvraag voor bijvoorbeeld het openen van een bankrekening, het afsluiten van een geldlening of het afsluiten van een verzekering. Dat maakt dat van haar niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een eventuele bodemprocedure afwacht.
Het toetsingskader
4.3.
In het Incidentenregister van een financiële instelling worden gegevens vastgelegd naar aanleiding van of betrekking hebbend op een (mogelijk) incident, met als doel het ondersteunen van activiteiten gericht op het waarborgen van de veiligheid en de integriteit van de financiële sector, zo blijkt uit de in het protocol onder 2 opgenomen begripsomschrijving. Onder het begrip incident wordt – volgens het protocol – verstaan een gebeurtenis die als gevolg heeft, zou kunnen hebben of heeft gehad dat de belangen, integriteit of veiligheid van de cliënten of medewerkers van een financiële instelling, de financiële instelling zelf of de financiële sector als geheel in het geding zijn of kunnen zijn, zoals het falsificeren van nota’s, identiteitsfraude, skimming, verduistering in dienstbetrekking, phishing en opzettelijke misleiding.
4.4.
Aan het Incidentenregister is, als gezegd, een Extern Verwijzingsregister gekoppeld. Het opnemen van persoonsgegevens in deze registers is aan te merken als een verwerking van persoonsgegevens waarop de (sinds 25 mei 2018 geldende) Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing is. Het protocol biedt voldoende waarborgen voor verwerking van persoonsgegevens zoals die door de AVG wordt voorgeschreven. Het protocol dient daarom tot uitgangspunt bij de beoordeling van de vraag of opname van de persoonsgegevens van [eiseres] in de registers gerechtvaardigd is.
4.5.
Artikel 5.2.1 van het protocol bepaalt dat een financiële instelling in het Externe Verwijzingsregister verwijzingsgegevens moet opnemen van (rechts)personen die aan de hierna onder a en b vermelde criteria voldoen, na toepassing van het onder c genoemde proportionaliteitsbeginsel.
a) De gedraging(en) van de (rechts)persoon vormden, vormen of kunnen een bedreiging vormen voor (I) de (financiële) belangen van cliënten en/of medewerkers van een financiële instelling, alsmede de (organisatie van de) financiële instelling(en) zelf of (II) de continuïteit en/of de integriteit van de financiële sector.
b) In voldoende mate staat vast dat de betreffende (rechts)persoon betrokken is bij de onder a bedoelde gedraging(en). Deze vaststelling betekent dat van strafbare feiten in principe aangifte of klachten wordt gedaan bij een opsporingsambtenaar.
c) Het proportionaliteitsbeginsel wordt in acht genomen. Dit houdt in dat veiligheidszaken vaststelt, dat het belang van opname in het Externe Verwijzingsregister prevaleert boven de mogelijk nadelige gevolgen voor de betrokkene als gevolg van opname van zijn persoonsgegevens in het Externe Verwijzingsregister.
4.6.
Ten aanzien van de verwerking van strafrechtelijke persoonsgegevens in de registers geldt dat een veroordeling door de strafrechter niet is vereist. De gegevens moeten echter wel in voldoende mate vaststaan. Dat betekent dat sprake moet zijn van zodanige concrete feiten en omstandigheden dat zij een als strafbaar feit te kwalificeren bewezenverklaring in de zin van artikel 350 van het Wetboek van Strafvordering kunnen dragen. Daarvan is sprake als de vastgestelde gedragingen een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld opleveren (HR 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, r.o. 4.4). Dit uitgangspunt is ook neergelegd in de annex bij het protocol. Daarin staat: “Uitgangspunt is dat in een gerechtelijke procedure moet kunnen worden aangetoond dat afdoende bewijs aanwezig is om de kwalificatie fraude of een andere onoorbare of strafbare gedraging te dragen ten opzichte van een aantoonbaar betrokken (rechts)persoon. Ontbreekt een van deze elementen dan behoort geen registratie plaats te vinden. Zij vormen de criteria als aangegeven in artikel 5.2.1, onder a en b.”
De vordering
4.7.
Uit de (hiervoor onder 2.6 aangehaalde) brief van Quion van 1 juli 2019, de reactie op het bezwaarschrift van [eiseres] en de op de zitting door Quion gegeven toelichting hierop blijkt dat de registratie betrekking heeft op een drietal incidenten: de exploitatie van de hennepkwekerij in het verhypothekeerde appartement, het niet gebruiken van het appartement voor eigen bewoning, en het verzwijgen van de beëindiging van haar dienstverband.
4.8.
Het exploiteren van een hennepkwekerij is een strafbaar feit. Om dit gegeven in de registers te mogen verwerken, moet – zo blijkt uit het onder 4.6 geschetste toetsingskader – in voldoende mate vaststaan dat [eiseres] betrokken is geweest bij het plegen van dat feit. Daarvan is – naar voorlopig oordeel – onvoldoende gebleken. Sprake moet zijn van zodanige concrete feiten en omstandigheden dat zij een als strafbaar feit te kwalificeren bewezenverklaring in de zin van artikel 350 van het Wetboek van Strafvordering kunnen dragen. Het enkele feit dat een hennepkwekerij is aantroffen in het appartement waarvan [eiseres] eigenaar is, is, nu het ervoor moet worden gehouden dat [eiseres] (zoals zij stelt en Quion niet weerspreekt) daar in die periode niet woonde, daarvoor onvoldoende. De gang van zaken rondom de door [eiseres] gestelde verhuur van de woning aan de persoon die (blijkens de door [eiseres] overgelegde stukken) door het openbaar ministerie wordt verdacht van het exploiteren van de hennepkwekerij en het feit dat [eiseres] haar baan heeft opgezegd in de periode van de hypotheekaanvraag roepen weliswaar vragen op, maar zijn – naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter – onvoldoende om te kunnen concluderen dat er feiten en omstandigheden zijn die een bewezenverklaring kunnen dragen ter zake van medeplegen van, dan wel medeplichtigheid aan, het telen van hennep. Voor de conclusie dat in voldoende mate vaststaat dat sprake is van een strafbaar feit bestaat – voorshands – dus geen grond. Het gevolg daarvan is dat dit incident niet in het Incidentenregister mag worden opgenomen. De primaire vordering wordt daarom toegewezen voor zover deze strekt tot verwijdering van dit incident uit het Incidentenregister van Quion.
4.9.
Ten aanzien van het niet gebruiken van het appartement voor eigen bewoning en het verzwijgen van de beëindiging van het dienstverband overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
4.10.
Dat – zoals Quion stelt – het appartement nooit door haar is gebruikt voor eigen bewoning, wordt door [eiseres] betwist. Zij erkent echter wel dat zij op enig moment in een ander appartement (te weten het in oktober 2018 door haar gekochte appartement) is gaan wonen. Zij erkent ook dat zij – zoals Quion stelt – voor het passeren van de hypotheekakte haar baan heeft opgezegd en dat zij dat niet aan Quion/Dynamic Credit heeft gemeld. Dit zijn – naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter – gebeurtenissen waardoor de belangen van Dynamic Credit in het geding kunnen zijn en waarvan opname in het Incidentenregister van een financiële instelling als Dynamic Credit in overeenstemming is met het doel van het Incidentenregister. Een hypotheekhouder heeft er belang bij dat alle relevante informatie door de aanvrager wordt verstrekt en dat als de situatie is veranderd, dit door de aanvrager wordt doorgegeven. De hoogte van het salaris en de zekerheid dat dit in de (nabije) toekomst wordt genoten zijn immers, zoals Quion aanvoert, bepalend voor de omvang van de lening. Uit de offerte blijkt ook dat Dynamic Credit zich het recht voorbehoudt om de offerte in te trekken als de situatie van de aanvrager zodanig is veranderd dat de eerder verstrekte gegevens niet meer juist of volledig zijn, of als niet alle of verkeerde informatie is gegeven. Een hypotheekhouder heeft ook belang bij naleving door de hypotheekgever van de in de hypotheekakte en de Algemene Hypotheekvoorwaarden neergelegde verplichting om het onderpand zelf te bewonen, en de daarmee samenhangende verplichting om het onderpand goed te onderhouden en te gebruiken in overeenstemming met de wet. Als wordt gehandeld in strijd met die verplichtingen, kan de waarde van het onderpand namelijk nadelig worden beïnvloed.
4.11.
Dat opname van deze twee incidenten in het – interne – Incidentenregister van Quion in strijd is met het proportionaliteitsbeginsel, acht de voorzieningenrechter voorshands onvoldoende aannemelijk. De vordering wordt daarom afgewezen voor zover deze strekt tot verwijdering van de op deze twee incidenten betrekking hebbende gegevens uit het Incidentenregister van Quion.
4.12.
Ten aanzien van de opname van de verwijzingsgegevens van [eiseres] in het Externe Verwijzingsregister overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
4.13.
Het protocol schrijft voor dat moet zijn voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel. Dat wil zeggen, zo volgt uit artikel 5.2.1 sub c van het protocol, dat het belang van opname van persoonsgegevens in het Externe Verwijzingsregister prevaleert boven de mogelijk nadelige gevolgen hiervan voor de degene van wie de persoonsgegevens in het register worden opgenomen (de betrokkene).
4.14.
Een mogelijk, nadelig gevolg van opname in het Externe Verwijzingsregister is dat de aanvraag van de betrokkene voor een financieel product, zoals een bankrekening, een geldlening of een verzekering, wordt geweigerd door een financiële instelling die toegang heeft tot het Externe Verwijzingsregister.
4.15.
De voorzieningenrechter kent – bij wijze van voorlopig oordeel – aan dit mogelijke gevolg voor [eiseres] een zwaarder gewicht toe dan aan het belang van financiële instellingen bij opname van de persoonsgegevens van [eiseres] in het Externe Verwijzingsregister. In die afweging betrekt de voorzieningenrechter dat de hiervoor onder 4.9 e.v. bedoelde – niet strafbare – gedragingen van relatief geringe ernst zijn en dat deze gedragingen geen nadeel hebben toegebracht aan Dynamic Credit. Vaststaat dat nooit sprake is geweest van een achterstand in de betaling van rente en aflossing en ook dat de waarde van het appartement niet zodanig is beïnvloed dat de opbrengst van de onderhandse verkoop van het appartement onvoldoende was om de schuld van [eiseres] aan Dynamic Credit volledig te kunnen inlossen.
4.16.
Nu opname van de persoonsgegevens van [eiseres] in het Externe Verwijzingsregister voorshands disproportioneel wordt geacht, wordt het tweede deel van de primaire vordering ook toegewezen.
4.17.
De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat Quion de veroordeling zal nakomen en ziet daarom op dit moment geen reden om een dwangsom op te leggen.
De proceskosten
4.18.
Aangezien beide partijen gedeeltelijk in het gelijk en gedeeltelijk in het ongelijk
zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd, in die zin dat partijen ieder hun eigen kosten dragen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Quion om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis:
- de in het Incidentenregister van Quion opgenomen registratie met betrekking tot de exploitatie van een hennepkwekerij in het appartement aan de [adres] in Rotterdam te verwijderen en verwijderd te houden,
- de in het Externe Verwijzingsregister opgenomen verwijzingsgegevens van [eiseres] te doen verwijderen en verwijderd te doen houden, voor zover opname van die verwijzingsgegevens verband houdt met de in de brief van Quion van 1 juli 2019 genoemde incidenten,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat partijen ieder hun eigen kosten dragen,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2020.2885/676