4.5Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2015 tot en met 22 juli 2017 31 januari 2018 te [plaats delict 1] en [plaats delict 2] , (telkens) opzettelijk bij geautomatiseerde werken, te weten:
-de tachograafinstallatie(s) ingebouwd bij zes
vrachtwagens, te weten met kenteken(s) [kentekennummer 1] en [kentekennummer 2] en [kentekennummer 3] en [kentekennummer 4] en [kentekennummer 5] en [kentekennummer 6] , en vier, pulsgevers
stoornis in de werking van die werken heeft veroorzaakt ,
immers, heeft verdachte (telkens)
- in de tachograafinstallaties van die zes vrachtwagens en in die pulsgevers gemanipuleerde printplaatjes gemonteerd en/of aangebracht in de pulsgevers en
- ( in vijf van die vrachtwagens) met die gemanipuleerde printplaatjes communicerende en/of (via een kabel) verbonden kastjes, aangebracht/ingebouwd/gemonteerd en
- ( in die zes vrachtwagens) die printplaatjes en/of gemanipuleerde tachografen en/of kastjes en/of apparatuur (op/in het motormanagement van die vrachtwagens en/of de tachograaf) aangesloten/geactiveerd/in werking gesteld,
ten gevolge waarvan (telkens):
- het signaal van de pulsgever naar de tachograaf kon worden onderbroken en/of beïnvloed en
- metingen met/van (output van die) tachografen konden worden beïnvloed en/of
gemanipuleerd en
- met (genoemde) vrachtwagens kon worden gereden terwijl de
tachograaf rust registreerde/weergaf dat het motorrijtuig stil
stond,
waardoor wederrechtelijk verhindering of bemoeilijking van de opslag, verwerking of
overdracht van gegevens is ontstaan;
hij op 31 januari 2018 te [plaats delict 1] ,
(telkens) apparatuur die geconstrueerd of bestemd was voor het manipuleren van tachografen, te weten gemanipuleerde printplaatjes en/of apparatuur , (telkens) zijnde een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is voor het opzettelijk veroorzaken van een stoornis in de werking van een geautomatiseerd werk,
voorhanden heeft gehad, met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld
in artikel 350c Wetboek van Strafrecht werd gepleegd,
immers was die apparatuur er toe bestemd dat:
- het signaal van de pulsgever naar het controleapparaat werd/kon worden onderbroken
en
- metingen met tachografen konden worden beïnvloed en/of gemanipuleerd en
- met (genoemde) motorrijtuigen kon worden gereden terwijl het controleapparaat
weergaf dat het motorrijtuig stil stond /in rust was en
- bestuurders langer dan de wettelijk toegestane rijtijd deelnemen aan het
wegverkeer zonder dat dat werd geregistreerd,
waardoor de opslag, verwerking of overdracht van gegevens wederrechtelijk wordt bemoeilijkt en/of verhinderd;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2014 1 juli 2015 tot en met 31 januari 2018 te [plaats delict 1] ,
registerkaarten, te weten:
- een registerkaart (met ijkdatum 24 mei 2017) behorende bij het voertuig met
kenteken [kentekennummer 1] en
- een registerkaart (met ijkdatum 26 mei 2017) behorende bij het voertuig met
kenteken [kentekennummer 4] en
- een registerkaart (met ijkdatum 16 maart 2017) behorende bij het voertuig met
kenteken [kentekennummer 3]
en
- een registerkaart (met ijkdatum 10 mei 2017) behorende bij het voertuig met
kenteken [kentekennummer 2] ,
(telkens) zijnde een geschrift, bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt ,
immers heeft hij, verdachte, op deze registerkaarten telkens valselijk en in strijd met de waarheid vermeld dat aan de zich in genoemde voertuigen bevindende tachograafinstallaties geen afwijkingen zijn aangetroffen, en (aldus) op deze registerkaarten doen voorkomen dat aan de in het desbetreffende voertuig aangebrachte/in bedrijf gestelde tachograafinstallaties geen afwijkingen en/of manipulatieszijn aangetroffen ,
en nabij de tekst ‘Handtekening installateur’ zijn, verdachtes, handtekening, op die registerkaarten aangebracht, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2014 1 juli 2015 tot en met 31 januari 2018 te [plaats delict 1] ,
voorhanden heeft gehad registerkaarten, te weten:
- een registerkaart (met ijkdatum 24 mei 2017) behorende bij het voertuig met
kenteken [kentekennummer 1] en
- een registerkaart (met ijkdatum 26 mei 2017) behorende bij het voertuig met
kenteken [kentekennummer 4] en
- een registerkaart (met ijkdatum 16 maart 2017) behorende bij het voertuig met
kenteken [kentekennummer 3]
en
- een registerkaart (met ijkdatum 10 mei 2017) behorende bij het voertuig met
kenteken [kentekennummer 2] ,
(telkens) zijnde een geschrift, bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst,
bestaande dat voorhanden hebben hierin dat hij, verdachte, toen daar opzettelijk die registerkaarten in de administratie van [naam medeverdachte rechtspersoon] heeft opgenomen
en bestaande die valsheid hierin dat op die registerkaarten opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid was vermeld dat in de zich in genoemde voertuigen bevindende tachograafinstallaties geen afwijkingen zijn aangetroffen;
3.
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 januari 2018 te [plaats delict 1] en/of [plaats delict 3] ,
b) (telkens) een of meerdere geldbedragen van in totaal 30.812 euro en 4.462,30 euro voorhanden heeft gehad en heeft omgezet, terwijl hij wist dat bovenomschreven geldbedragen - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig waren uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.