ECLI:NL:HR:2016:389

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 maart 2016
Publicatiedatum
8 maart 2016
Zaaknummer
14/05231
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over anonieme informatie en cautie in strafzaken

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 23 september 2014 is gewezen. De verdachte, geboren in 1977, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof. De advocaat van de verdachte, D.L.A.M. Pluijmakers, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 8 maart 2016 het beroep verworpen, waarbij het arrest is gewezen door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en M.J. Borgers, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak benadrukt de criteria voor de beoordeling van anonieme informatie die aan de politie is verstrekt en de voorwaarden waaronder de cautie moet worden gegeven, evenals de vraag wanneer er sprake is van een verhoor in de zin van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering en een verklaring die uit eigen initiatief door de verdachte is afgelegd.

Uitspraak

8 maart 2016
Strafkamer
nr. S 14/05231
MD/ABG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 23 september 2014, nummer 23/001298-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft D.L.A.M. Pluijmakers, advocaat te Almere, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 maart 2016.