2.5.In het convenant is voor zover van belang het volgende opgenomen:
“(…)
A1. Partneralimentatie
(…)
Partijen hebben thans beiden onvoldoende draagkracht om een onderhoudsbijdrage te voldoen ten behoeve van de andere partij. Voor zover er op latere termijn wel draagkracht zal bestaan, laten partijen de mogelijkheid open om alsnog een bijdrage vast te stellen.
K3. Kinderalimentatie
De man zal maandelijks aan de vrouw € 212,27 bij vooruitbetaling voldoen als bijlage in de kosten van verzorging en opvoeding van iedere minderjarige (totaal dus € 424,53). Het bedrag zal voor het eerst voldaan dienen te worden per datum van de echtscheidingsbeschikking. Verder zal het bedrag jaarlijks per 1 januari worden verhoogd met de wettelijke indexering.
De vrouw is bevoegd de kinderbijslag te innen en ten goede van de minderjarigen te besteden. Zij is gehouden de minderjarigen voldoende te verzekeren tegen ziektekosten en wettelijke aansprakelijkheid.
V3. Echtelijke koopwoning
Tot de huwelijkse gemeenschap van partijen behoort de echtelijke woning gelegen aan de [adres] te [postcode] Rotterdam, kadastraal bekend gemeente IJsselmonde, sectie [sectie] , nummer [nummer] (WOZ € 263.000,-).
Op de echtelijke woning rust(en) de volgende hypothecaire geldlening(en):
Argenta Spaarbank Leningnummer: [leningnummer]
Partijen hebben een (of meerdere) Spaar-/Effecten-/Levensverzekering(en):
Argenta Spaarverzekering Polisnummer: [polisnummer]
De man neemt de woning over:
De woning wordt toegescheiden aan de man, evenals het houderschap en de waarde van de voor de woning afgesloten hypothecaire geldlening(en), spaarpolissen, levensverzekeringen en effectenpolissen. Op de man rust de verplichting de hypothecaire geldlening(en) te voldoen als zijn eigen schuld met ontslag van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, uiterlijk binnen 8 weken na inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand. De toescheiding van de echtelijke woning en de hypothecaire geldlening(en), spaarpolissen, levensverzekeringen en effectenpolissen, vindt plaatst onder de opschortende voorwaarde dat de hypotheeknemer (de financierende partij, zoals de bank) de vrouw ontslaat uit de hoofdelijke aansprakelijkheid betreffende voornoemde hypothecaire geldlening(en). De man zal hieraan zijn volledige medewerking verlenen. De vrouw machtigt hierbij de man onherroepelijk om op basis van deze scheiding en deling de onroerende zaak aan zich te leveren c.q. de wijzing tenaamstelling te doen uitvoeren. De kosten van het transport c.q. wijziging tenaamstelling van de echtelijke woning, alsook wijziging van de hypothecaire geldlening(en) of verkrijgen ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid zijn voor rekening van de man.
Waarde van de woning
Partijen hebben onderling afgesproken dat de ‘vrije verkoopwaarde’ van de woning is € 382.800,-. Onder ‘vrije verkoopwaarde’ wordt verstaan, de prijs, die bij onderhandse verkoop bij aanbieding vrij van huur en gebruik op de voor de onroerende zaak meest geschikte wijze, na de beste voorbereiding, door de meest biedende gegadigde zou zijn besteed.
Waarde van de woning is als volgt berekend:
Vrije verkoopwaarde 382.800,-
Hypothecaire geldlening 316.000,- -/-
Afkoopwaarde Verzekering (d.d. 31/12/2017) 22.730,-
-------------+
Overwaarde woning 89.530,-
50% van de overwaarde € 44.765,-
Ter zake van overbedeling wordt verwezen naar V9.
Als de financiering niet slaagt:
Ingeval de financiering voor de overname van de hypothecaire geldlening(en) niet tijdig slaagt, dan zal de woning alsnog te koop worden gezet. De verkoopprijs zal vermeerderd met de waarde van de hypothecaire geldlening(en) verbonden levensverzekerings-/effecten-/spaarpolis(sen), onder aftrek van de verkoopkosten en onder aftrek van de hypothecaire geldlening(en), worden gedeeld bij helfte, ook ingeval het saldo negatief is. Indien een der partijen meer heeft ingelegd in waardeopbouw dan wel de aflossing van de echtelijke woning, dan zal diegene in dat geval een vordering op de ander hebben ter hoogte van de helft opbouw/aflossing.
Gebruik van de woning
Zolang partijen de gemeenschappelijke huishouding niet hebben verbroken, zullen partijen de woonlasten van de echtelijke woning delen op de wijze zoals zij dat voorheen deden. Dit houdt in dat de man alle woonlasten draagt.
Zodra de vrouw beschikt over alternatieve zelfstandige woonruimte maar uiterlijk op 1 augustus 2019, is zij verplicht de echtelijke woning te verlaten. Zodra de vrouw de woning heeft verlaten zal man het exclusieve gebruiksrecht van de woning krijgen en zal hij zelfstandig alle woonlasten dragen.
Indien geen der partijen in de echtelijke woning woont, dan zullen partijen alle lasten van de woning dragen bij helfte, totdat de woning zal zijn geleverd aan een derde-koper.
V8c. Geen waarde verdeling
Het houderschap (de tenaamstelling) en de waarde/het saldo/de schuld vanaf de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek bij de rechtbank, wordt als volgt verdeeld:
Schuld de heer [persoon A] € 7.200,- man
Interbank Doorlopend Krediet [contractnummer 1] man
DEFAM Doorlopend Krediet [contractnummer 2] man
Ter zake van overbedeling wordt verwezen naar V9.
V9. Partijen stellen vast dat de verrekening van waarde ten aanzien van de onderdelen V3 en V8c kan plaatsvinden met ‘gesloten beurs’, omdat het een gelijke waarde vertegenwoordigd.
(…)”