Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het op 1 september 2020 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met producties, van [naam persoon A] ;
- het verweerschrift tevens houdende een voorwaardelijk verzoek tot ontbinding, met producties, van [naam bedrijf B] ;
- het verweerschrift, met producties, van [naam persoon A] .
2..De vaststaande feiten
- Is het in overeenstemming met de Code?
- Is het ethisch?
- Is het wettelijk toegestaan?
- Zal het een goede indruk geven van mijzelf en [naam bedrijf B] ?
- Voel ik me er goed bij dat iedereen ervan op de hoogte is?
3..Het geschil
je kan nu wel weer kappen met je foto’s zijn niet meer leuk’. Desondanks heeft [naam persoon A] negen minuten daarna een volgende racistische afbeelding en tekst gedeeld, waarmee voor een aantal van zijn collega’s de maat vol was. De heer [naam persoon G] heeft toen geschreven: ‘
Gaat nu echt over de streep. Wat is dit allemaal. Laatste woord nog niet over gezegd’, en hij heeft daarop de appgroep verlaten. Ook daarna is [naam persoon A] echter gewoon doorgegaan met het delen van racistische afbeeldingen.
4..De beoordeling
[naam persoon A] je kan nu wel weer kappen met je foto’s zijn niet meer leuk’ las [naam persoon A] namelijk pas nádat hij om 20.54 uur die avond een volgende afbeelding gedeeld had. Ook heeft hij erop gewezen dat [naam bedrijf B] het in het verweerschrift ten onrechte doet voorkomen alsof de heer [naam persoon G] hem hierop had aangesproken en [naam persoon A] daarna toch voortgegaan zou zijn met het delen van zulke media in de appgroep, nu de heer [naam persoon G] de betreffende reactie ‘
Gaat nu echt over de streep. Wat is dit allemaal. Laatste woord nog niet over gezegd’ eerst (om 21.24 en 21.38 uur) heeft geplaatst nadat de heer [naam persoon E] [naam persoon A] al (om 21.08 uur) uit de appgroep had gezet.
Kamerstukken I, 2018-2019, 35 074, nr. 9, p. 59). De cumulatiegrond is bedoeld voor die gevallen waarin voortzetting van het dienstverband in redelijkheid niet meer van de werkgever gevergd kan worden, waarbij de werkgever dat niet kan baseren op omstandigheden uit één enkele ontslaggrond, maar dit wel kan motiveren en onderbouwen met omstandigheden uit meerdere ontslaggronden samen (
Kamerstukken I,2018-2019, 35 074, F, pag. 26). Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om verwijtbaar handelen van de werknemer gecombineerd met onvoldoende functioneren en/of een verstoorde arbeidsverhouding (
Kamerstukken I, 2018-2019, 35 074, nr. 3, pag. 52).