Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
De standpunten
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 december 2020 uitspraak gedaan in het verzet van DAKKAPELPAKKET.NL B.V. tegen de faillietverklaring die op 9 december 2020 was uitgesproken. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. P.A. Visser, betwistte de faillietverklaring en stelde dat zij niet deugdelijk was opgeroepen voor de zitting van 8 december 2020. De rechtbank oordeelde dat verzoekster op de juiste wijze was opgeroepen, zowel aangetekend als niet aangetekend, en dat het niet afhalen van de aangetekende oproep voor rekening en risico van verzoekster kwam.
De rechtbank beoordeelde vervolgens of het vorderingsrecht van de verweerster, TRANSPORTBEDRIJF HOOGLAND B.V., summierlijk bleek te bestaan. De verweerster, vertegenwoordigd door mr. J.P.J. Botterblom, voerde aan dat verzoekster opdrachten had gegeven en dat er voldoende bewijs was van openstaande vorderingen. De rechtbank concludeerde dat verzoekster inderdaad opdrachten had gegeven aan verweerster en dat er sprake was van pluraliteit van schuldeisers, wat de faillietverklaring rechtvaardigde.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het verzet ongegrond, waarmee de faillietverklaring van DAKKAPELPAKKET.NL B.V. in stand bleef. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsgeldigheid van oproepen en de noodzaak voor verzoeksters om hun stellingen goed te onderbouwen.