ECLI:NL:RBROT:2020:11819

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 november 2020
Publicatiedatum
18 december 2020
Zaaknummer
606948 / HA RK 20-1129
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een rechter in civiele procedure zonder advocaat

Op 19 november 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker, die betrokken was bij een civielrechtelijke procedure, heeft verzocht om wraking van mr. C. van Steenderen-Koornneef, rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek is ingediend zonder de verplichte ondertekening door een advocaat, wat in strijd is met de geldende regels. Verzoeker was op de hoogte van deze verplichting en kreeg de kans om het verzuim te herstellen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk is, omdat het niet aan de wettelijke vereisten voldeed. De rechtbank heeft het verzoek om ontslag van de verplichting tot indiening door een advocaat afgewezen, omdat er geen wettelijke grondslag voor was. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 606948 / HA RK 20-1129
Beslissing van 19 november 2020
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [adres] ,
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
mr. C. van Steenderen-Koornneef, rechter in de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechter).

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Ter zitting van 23 oktober 2020 heeft ten overstaan van de rechter de mondelinge behandeling plaats gevonden van de civielrechtelijke procedure van verzoeker en [naam mede-eiser] als eisers tegen [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 2] en [naam gedaagde 3] en [naam executeur] in diens hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van [naam erflater] als gedaagden.
Die zaak/procedure draagt als kenmerk C/10/596752 / HA ZA 20-470.
1.2.
Bij brief van 28 oktober 2020 heeft verzoeker wraking van de rechter verzocht.
1.3.
Bij brief van 30 oktober 2020 is verzoeker door de algemeen secretaris van de wrakingskamer erop geattendeerd dat zijn wrakingsverzoek door een advocaat moet worden ingediend en is hem tot uiterlijk 11 november 2020 gelegenheid gegeven dit alsnog te laten doen.
1.4.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure.
1.5.
Behalve de hiervoor genoemde stukken heeft de wrakingskamer voorts nog kennis genomen van het e-mailbericht van verzoeker van 9 november 2020, waarin hij verzoekt te worden ontslagen van de wettelijke verplichting tot indiening van het wrakingsverzoek door een advocaat.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
In het Wrakingsprotocol van de rechtbank Rotterdam is vermeld dat in procedures waarin procesvertegenwoordiging door een advocaat verplicht is, ondertekening van het schriftelijke wrakingsverzoek door een advocaat verplicht is. Tevens is het vaste jurisprudentie dat een schriftelijk wrakingsverzoek (mede) door een procesvertegen-woordiger moet worden ondertekend in procedures waarin procesvertegenwoordiging verplicht is. Dit volgt uit arresten van de Hoge Raad van 28 juni 1985 (NJ 1985, 836) en van 18 december 1998 (NJ 1999, 271). Indien de verzoeker zonder bijstand van een verplichte procesvertegenwoordiger een verzoek indient, wordt hij hierop gewezen en krijgt hij de gelegenheid dit verzuim te herstellen.
2.2.
In de dagvaardingsprocedure waarin verzoeker de rechter wraakt, is procesvertegenwoordiging verplicht. Dit volgt uit artikel 79 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het wrakingsverzoek moet dus (mede) worden ondertekend door een advocaat. Herstel van dit verzuim, door het alsnog indienen van het wrakingsverzoek door een advocaat, is mogelijk op grond van artikel 123 lid 1 Rv.
2.3.
Vaststaat dat het door verzoeker ingediende wrakingsverzoek niet (mede) is ondertekend door een advocaat. Vanaf 30 oktober 2020 is verzoeker op de hoogte van dit verzuim en is hij in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen. Verzoeker heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2.4.
Verzoeker heeft verzocht te worden ontslagen van de wettelijke verplichting tot indiening van zijn wrakingsverzoek door een advocaat. Een dergelijk ontslag is niet mogelijk, omdat daarvoor geen grond is te vinden in de wet. Dat verzoek wordt dan ook afgewezen.
2.5.
Omdat het wrakingsverzoek niet (mede) door een advocaat is ingediend, zal de wrakingskamer verzoeker in het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van mr. C. van Steenderen-Koornneef.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.C. Santema, voorzitter, mr. A.J.P. van Essen en
mr. K.J. Bezuijen, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 november 2020 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.
Verzonden op:
aan:
- [naam verzoeker]
- mr. C. van Steenderen-Koornneef
- mr. P.M. Boiten
- mr. E.J. Lievense