ECLI:NL:RBROT:2020:11635

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
15 december 2020
Zaaknummer
11/870335-12
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar in strafzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 november 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de ter beschikking gestelde, die sinds 27 november 2012 onder dwangverpleging staat na een veroordeling voor poging tot doodslag. De rechtbank ontving op 22 oktober 2020 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting werd behandeld. De ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. N.M.E. Verpaalen, en deskundigen hebben hun standpunten toegelicht. De instelling adviseerde de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, gezien de psychische toestand van de ter beschikking gestelde, die lijdt aan schizofrenie en verslaving. De psycholoog en psychiater gaven vergelijkbare adviezen. De officier van justitie steunde de verlenging, terwijl de ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw pleitten voor een kortere verlenging van één jaar om de motivatie te behouden en de mogelijkheden voor resocialisatie te onderzoeken. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de ter beschikking gestelde een verlenging van twee jaar vereisen. De rechtbank besloot de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, waarbij de totale duur van de maatregel nu meer dan vier jaar bedraagt. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 11/870335-12
Datum uitspraak: 25 november 2020
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van
[naam ter beschikking gestelde], (de ter beschikking gestelde),
geboren op Curaçao (Nederlandse Antillen) op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum Van der Hoevenkliniek te Utrecht (de instelling),
raadsvrouw mr. N.M.E. Verpaalen, advocaat te Breda.

1..Inleiding

Bij vonnis van de rechtbank Dordrecht van 27 november 2012 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (hierna: dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot doodslag. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 28 november 2012.
Bij beslissing van 8 november 2018 heeft deze rechtbank de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 22 oktober 2020 van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling ontvangen (artikel 6:6:10, eerste lid aanhef en onder b van het Wetboek van Strafvordering (Sv)). Bij die vordering zijn de daarbij op grond van artikel 6:6:12 Sv vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare zitting van 25 november 2020 behandeld. De officier van justitie, mr. R.J.A. Segerink, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en als deskundige mevrouw A.A. Bohle, werkzaam bij de inrichting, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 29 september 2020, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van schizofrenie in combinatie met afhankelijkheid van cannabis en cocaïne en van zwakbegaafdheid. Gezien zijn onbetrouwbaarheid met betrekking tot medicatie-inname en het ontbreken aan probleembesef en ziekte-inzicht is de ter beschikking gestelde chronisch afhankelijk van externe structuur, controle en ondersteuning. Er is een chronisch repeterend patroon zichtbaar, waarbij sprake is van onopgemerkte, onderliggende opbouw van spanning en ontregeling die niet door de ter beschikking gestelde wordt herkend, bespreekbaar wordt gemaakt en/of vroegtijdig wordt opgemerkt door het behandelteam. Het gevolg hiervan is dat de psychische decompensatie pas waargenomen wordt na verre ontregeling met delictgedrag tot gevolg. Het recidiverisico zonder het tbs-kader wordt hoog geschat.
Vanuit de zorgconferentie wordt plaatsing in De Voorde vooralsnog het hoogst haalbare geacht. Om een goede balans te behouden tussen draagkracht en draaglast is het van belang dat de uitbreiding van vrijheden zorgvuldig en gefaseerd vormgegeven wordt. Naar verwachting zal dit traject nog geruime tijd in beslag nemen en daarom wordt een verlenging van twee jaar geadviseerd.
Advies psycholoog
Psycholoog B. van Giessen adviseert in het rapport gedateerd 1 september 2020 de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Het advies van de psycholoog komt voor wat betreft duur van de verlenging, diagnostiek en inschatting van het recidiverisico overeen met dat van de instelling en dat van de psychiater. Geadviseerd wordt om de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar, omdat het van belang is dat het resocialisatietraject met kleine stappen verloopt. De ter beschikking gestelde verblijft nog maar kort in De Voorde en hij heeft op dit moment nog geen verlof. Het is niet reëel om te verwachten dat het resocialisatietraject binnen twee jaar kan zijn afgerond.
Advies psychiater
Psychiater I. Maksimovic adviseert in zijn rapport gedateerd 19 september 2020 de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Het advies van de psychiater komt voor wat betreft duur van de verlenging, diagnostiek en inschatting van het recidiverisico overeen met dat van de instelling en dat van de psycholoog.
Op de zitting gegeven adviezen
Deskundige Bohle heeft het advies van de instelling op de zitting toegelicht. Zij heeft verklaard dat het van belang is dat de ter beschikking gestelde een haalbaar perspectief heeft. Dat perspectief is er, maar na een paar jaar raakt de ter beschikking gestelde onrustig. Op dit moment is de ter beschikking gestelde goed ingesteld op medicatie, zijn de psychotische klachten stabiel en ervaart hij minder stress. De spanning moet laag blijven. De ter beschikking gestelde is nu tevreden met waar hij zit en dat moet gewaarborgd blijven. Voor de toekomst moet in samenspraak worden gekeken naar wat een goede plek voor hem is. Op het terrein van de instelling zijn bijvoorbeeld zelfstandige woningen waar 24-uurs toezicht beschikbaar is.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw hebben verlenging van de maatregel bepleit met één jaar om de ter beschikking gestelde gemotiveerd te houden en om de komende periode te onderzoeken of kan worden toegewerkt naar resocialisatie.

5..Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen komt de rechtbank tot de volgende oordelen:
- Er is nog steeds sprake van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met wordt verlengd.
Verzocht is om verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, gelet op de duur van
de terbeschikkingstelling, om de voortgang van de maatregel en zo ook de voortvarendheid van de instelling te kunnen monitoren én om de ter beschikking gestelde gemotiveerd te houden.
Vooralsnog is een situatie waarin een verlenging van de maatregel met twee jaar niet meer
zal kunnen plaatsvinden naar het oordeel van de rechtbank niet in zicht. De ter beschikking gestelde is recent overgeplaatst naar De Voorde. Hoewel deze overplaatsing positief lijkt te verlopen en het naar omstandigheden goed gaat met de ter beschikking gestelde, is deze situatie nog zeer pril en moet bestendiging daarvan nog plaatsvinden. De rechtbank is daarbij van oordeel dat de instelling voortvarendheid betracht waar dat mogelijk is. De ervaringen uit het (behandel)verleden van de ter beschikking gestelde maken dat sprake dient te zijn van kleine stappen. De rechtbank stelt daarom, ondanks de recente positieve ontwikkelingen, de duur van de verlenging op twee jaar. Dit omdat naar verwachting de termijn waarbinnen tot een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling kan worden overgegaan zeker langer dan een jaar zal duren. Daarbij staan de duur en zwaarte van de terbeschikkingstelling in verhouding tot de aard van de stoornis, zo ook tot de hoge kans op herhaling van strafbaar gedrag.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat daarmee een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de maatregel is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren.
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
en mrs. B.E. Dijkers en F.J. Koningsveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.