ECLI:NL:RBROT:2020:11634

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
15 december 2020
Zaaknummer
10/680644-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en wijziging van voorwaarden in strafzaak

Op 25 november 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die eerder was gelast op 20 juli 2017 wegens poging tot doodslag. De rechtbank ontving op 6 oktober 2020 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die oorspronkelijk was aangevangen op 7 november 2018. De vordering werd behandeld op een openbare zitting, waar de ter beschikking gestelde, zijn raadsman mr. J.C. Spigt, en deskundigen, waaronder reclasseringswerker P.J. Zegers en psychiater H.A. Gerritsen, aanwezig waren.

De reclassering adviseerde om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, terwijl de psychiater een verlenging van twee jaar voorstelde. De rechtbank oordeelde dat er nog steeds sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde, en dat de veiligheid van anderen eiste dat de termijn van de terbeschikkingstelling werd verlengd. De rechtbank besloot de termijn met één jaar te verlengen en wijzigde de voorwaarden, waarbij voorwaarde 4 (betreffende de klinische behandeling bij Antes) kwam te vervallen. De overige voorwaarden blijven van kracht. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/680644-16
Datum uitspraak: 25 november 2020
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van
[naam ter beschikking gestelde], (de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
thans verblijvende op het adres:
[verblijfadres ter beschikking gestelde] ,
raadsman mr. J.C. Spigt, advocaat te Capelle aan den IJssel.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 20 juli 2017 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en daarbij zijn voorwaarden gesteld betreffende het gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot doodslag. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 7 november 2018.
Bij beslissing van 30 oktober 2019 heeft deze rechtbank de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 6 oktober 2020 van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling ontvangen (artikel 6:6:10, eerste lid aanhef en onder b van het Wetboek van Strafvordering (Sv)). Bij die vordering zijn de daarbij op grond van artikel 6:6:12 Sv vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare zitting van 25 november 2020 behandeld. De officier van justitie, mr. R.J.A. Segerink, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman, en als deskundige de heer P.J. Zegers, als reclasseringswerker werkzaam bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 4 september 2020, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
In het voorlopige advies adviseerde de reclassering om de terbeschikkingstelling niet te verlengen. Op dat moment beschikte de ter beschikking gestelde over inkomen uit arbeid en leek een regeling voor het aflossen van zijn schulden slechts een kwestie van tijd. In de huidige situatie heeft hij echter geen werk met bijbehorend inkomen, waardoor zijn schuldenproblematiek voorlopig nog niet zal zijn opgelost. De reclassering is gelet hierop van mening dat het recidiverisico – dat eerder laag werd geschat – is verhoogd en wil de situatie daarom in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden langer monitoren.
Advies psychiater
Psychiater H.A. Gerritsen adviseert in het rapport gedateerd 24 november 2020 de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een licht verstandelijke beperking en een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een ziekelijke stoornis in de zin van een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitstoornis (ADHD), gecombineerd beeld en verslavingsproblematiek. De ter beschikking gestelde is weliswaar met medicatie minder impulsief dan voorheen, maar blijft een man die impulsief kan reageren. Ook de agressieregulatie is problematisch. Hij kan thans nog verbaal té boos worden c.q. dreigend overkomen als hij boos is.
De recidivekans wordt, indien de terbeschikkingstelling met voorwaarden nu zou worden opgeheven en de ter beschikking gestelde niet meer zou kunnen terugvallen op professionele behandeling/begeleiding, op de korte termijn als matig en op de lange termijn als matig tot hoog ingeschat. Het is van belang dat de huidige behandeling en begeleiding van de ter beschikking gestelde worden voortgezet. De psychiater adviseert de terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar te verlengen om zo tot een goede afwikkeling van de maatregel te komen. Het is niet de verwachting dat dit over een jaar gerealiseerd is.
Op de zitting gegeven adviezen
De heer Zegers heeft het verlengingsadvies van de reclassering ter zitting toegelicht. Hij merkt op dat het in het begin beter ging dan de laatste periode. De ter beschikking gestelde is zijn werk kwijtgeraakt. Werk is niet alleen voor de financiën van belang, maar ook voor het verder doorstromen. Voor hulp bij het aflossen van zijn schulden is hij aangemeld bij Fivoor. Het is van belang dat hij in contact blijft met de schuldeisers, vooral ook om de schulden niet verder op te laten lopen. De ter beschikking gestelde houdt zich verder aan de afspraken voor wat betreft het cannabisgebruik, ziet af van het gebruik van andere verdovende middelen en slikt medicatie voor zijn ADHD. Naar aanleiding van het rapport van de psychiater heeft de heer Zegers opgemerkt dat de reclassering mogelijk te optimistisch is geweest en dat hij zich kan vinden in de conclusies van de psychiater. De ter beschikking gestelde is gebaat bij begeleiding die strak toeziet op de uitvoering van de te nemen stappen. De ter beschikking gestelde krijgt op dit moment nog behandeling voor zijn ADHD en controle op middelengebruik. Verder volgt de ter beschikking gestelde geen behandeling meer.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar en tot wijziging van de voorwaarden in die zin dat voorwaarde 4 (betreffende de klinische behandeling bij Antes) kan komen te vervallen.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling en hebben bepleit de voorwaarden te wijzigen, in die zin dat zowel voorwaarde 4 (betreffende de klinische behandeling bij Antes) en zo mogelijk ook de aanvullende voorwaarde 6 komen te vervallen.

5..Beoordeling

Op grond van de adviezen van de reclassering en de deskundige komt de rechtbank tot de volgende oordelen:
- er is nog steeds sprake van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
De rechtbank stelt vast dat de afgelopen periode een aantal positieve stappen zijn gezet in het traject van de ter beschikking gestelde. De ter beschikking gestelde heeft zijn behandelingen afgerond. Hij krijgt op dit moment nog ondersteuning voor zijn ADHD en verslavingsproblematiek. Wel zijn er nog zorgen die de aandacht behoeven. De rechtbank doelt hierbij naast de verslavings- en schuldenproblematiek van de ter beschikking gestelde, op het recente politiecontact dat ter zitting is besproken (een mogelijke overtreding van zijn voorwaarden) en op hetgeen door de psychiater is opgemerkt omtrent impulscontrole en agressieregulatie. De rechtbank acht het daarom noodzakelijk dat de komende periode ̶ naast het vinden van werk, het innemen van medicatie en het onderwerpen aan urinecontroles ̶ wordt gemonitord – mede in het licht van de rapportage van de psychiater – of de behandeling wel tot voldoende resultaat heeft geleid of dat aanvullende behandeling nog nodig is. Mocht dit het geval zijn, dan gaat de rechtbank ervan uit dat de reclassering daarop inzet. Over één en ander zal voor een volgende verlengingszitting ook moeten worden gerapporteerd. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden is aangewezen en zal daarom de vordering daartoe toewijzen.
Ten aanzien van de gestelde voorwaarden is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat voorwaarde 4 gelet op de huidige situatie van de ter beschikking gestelde kan komen te vervallen en zal overeenkomstig beslissen, temeer nu deze voorwaarde door andere voorwaarden wordt ondervangen. De overig gestelde voorwaarden blijven onverminderd van kracht.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één) jaar;
wijzigt de eerder gestelde voorwaarden, in die zin dat voorwaarde 4 (betreffende de klinische behandeling bij Antes) met ingang van heden komt te vervallen; de overige voorwaarden blijven onverminderd van kracht.
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
en mrs. B.E. Dijkers en F.J. Koningsveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.