ECLI:NL:RBROT:2020:11549

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 november 2020
Publicatiedatum
14 december 2020
Zaaknummer
8781657 VV EXPL 20-398
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming en verstek in kort geding met betrekking tot huurachterstand

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 26 november 2020, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding dat was aangespannen door de besloten vennootschap Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan B.V. tegen twee gedaagden die niet verschenen. De eiseres vorderde ontruiming van een woning vanwege een aanzienlijke huurachterstand van meer dan negen maanden, die was opgelopen tot € 6.202,14. De gedaagden waren opgeroepen voor de zitting, maar zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden correct waren opgeroepen en dat de wettelijke formaliteiten in acht zijn genomen, waardoor verstek is verleend.

De eiseres heeft tijdens de mondelinge behandeling, die op 16 november 2020 plaatsvond, haar vordering toegelicht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang voor de eiseres, aangezien de huurachterstand steeds verder opliep en de eiseres het risico liep financieel gedupeerd te worden. De kantonrechter heeft de vordering van de Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan B.V. toegewezen, waarbij de gedaagden zijn veroordeeld om binnen veertien dagen de woning te ontruimen en de achterstallige huur te betalen. Tevens zijn de gedaagden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 587,56 aan verschotten en € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde.

De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagden onmiddellijk aan de uitspraak moeten voldoen, ongeacht een eventuele hoger beroep. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor huurders om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen en de gevolgen van het niet nakomen daarvan.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8781657 VV EXPL 20-398
uitspraak: 26 november 2020
vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. J.P. van Oudenoven te Utrecht,
tegen

1..[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
die niet is verschenen,

2..[gedaagde 2] ,

zonder vaste woon of verblijfplaats zowel in als buiten Nederland,
gedaagde,
die niet is verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan’ en ‘ [gedaagden] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 13 oktober 2020, met producties;
  • het bericht in de Staatscourant van 16 oktober 2020.
1.2
De mondelinge behandeling heeft op 16 november 2020 plaatsgevonden. Tijdens de mondelinge behandeling is namens Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan mr. A.H. Veldink verschenen. [gedaagden] zijn niet verschenen. Van hetgeen ter zitting is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vordering

2.1
Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] te veroordelen:
  • om de woning aan de [adres] binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten en door afgifte van de sleutels aan Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan ter beschikking te stellen;
  • tot betaling aan Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan van € 657,97 per maand, ter zake van de maandelijks verschuldigde huur, vanaf 1 november 2020 tot en met de maand waarin Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan de beschikking over de woning krijgt, een ingegane maand voor een volle gerekend, te vermeerderen met de wettelijke rente over elke vervaltermijn tot en met de dag van algehele voldoening;
  • tot betaling aan Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan van een bedrag van € 6.202,14 aan achterstallige huur berekend tot en met de maand oktober 2020, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag waarop verzuim is ingetreden tot aan de dag waarop het bedrag volledig is voldaan;
  • in de proceskosten, welke vanaf de 15e dag na de dag van het in deze zaak te wijzen vonnis worden vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW.
2.2
Ter toelichting op haar vordering heeft Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan – zakelijk weergegeven en voor zover nu van belang – het volgende aangevoerd.
2.2.1
Tussen Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan als verhuurster en [gedaagden] bestaat een huurovereenkomst met betrekking tot de zelfstandige woonruimte aan de [adres] (hierna: de woning) tegen betaling van [gedaagden] aan Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan van een maandelijks bij vooruitbetaling verschuldigde huurprijs van laatstelijk € 657,97 per maand. Tot en met de maand oktober 2020 hebben [gedaagden] een huurachterstand van € 6.202,14 laten ontstaan. [gedaagden] zijn toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen als huurders. Het niet betalen van de verschuldigde huur waardoor een achterstand van ruim negen maanden is ontstaan, rechtvaardigt de ontruiming van het gehuurde.
2.2.2
Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, doordat bij voortzetting van de huurovereenkomst Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan het risico loopt financieel gedupeerd te worden door de houding en/of financiële situatie aan de zijde van [gedaagden] . Zij moeten zo spoedig mogelijk plaats maken voor een huurder die wel betaalt en van Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan kan niet worden verwacht dat zij de uitkomsten in een eventueel te voeren bodemprocedure afwacht.

3..Het verweer

[gedaagden] hebben geen verweer gevoerd.

4..De beoordeling

4.1
[gedaagden] zijn op 16 november 2020 op de mondelinge behandeling niet verschenen. Uit de door Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan overgelegde originele dagvaarding en het bericht uit de Staatscourant is gebleken dat [gedaagden] correct voor de zitting zijn opgeroepen. Ook de overige bij wet voorgeschreven formaliteiten zijn in acht genomen, zodat verstek is verleend tegen [gedaagden]
4.2
Gelet op de steeds verder oplopende huurachterstand van [gedaagden] en Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan een belang heeft bij het vinden van een nieuwe betalende huurder, heeft Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan een spoedeisend belang bij haar vordering.
4.3
In dit kort geding moet worden beoordeeld of het nodig is nu een ordemaatregel te treffen en of aannemelijk is dat de vordering in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is om in kort geding daarop vooruit te lopen. Omdat een ontruiming een maatregel is die diep ingrijpt in het woonrecht en de huurbescherming van de huurders, moet steeds van geval tot geval en met inachtneming van alle betrokken belangen worden beoordeeld of er voldoende zwaarwegende omstandigheden zijn, die ontruiming rechtvaardigen, zeker nu ontruiming in de praktijk vaak een definitieve maatregel is.
4.4
De vordering komt de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en zal dan ook worden toegewezen.
4.5
Kanka c.s zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, aan de zijde van Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan vastgesteld op € 587,56 aan verschotten en € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde.

5..De beslissing

De kantonrechter,
rechtdoende in kort geding:
veroordeelt [gedaagden] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te ontruimen met alle personen en zaken die zich vanwege [gedaagden] daar bevinden en het gehuurde onder overgave van sleutels ter beschikking van Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan te stellen;
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, in die zin dat wanneer de een betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, om aan Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 6.202,14 aan achterstallige huur berekend tot en met de maand oktober 2020, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over het saldo dat vanaf de dag der dagvaarding aan hoofdsom, exclusief kosten, telkens na elke debet- en credit mutatie heeft uitgestaan;
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, in die zin dat wanneer de een betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, om aan Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan te betalen € 657,97 per maand met de ingang van de maand november 2020 tot en met de maand waarin de ontruiming plaatsvindt, ook die laatste maand voor een gehele te rekenen;
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, in die zin dat wanneer de een betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Ontwikkelingsmaatschappij Dordtselaan vastgesteld op € 587,56 aan verschotten en € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde, voornoemde bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van de algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Kemp-Randewijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44485