Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis van de officier van justitie
- vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde feit;
- bewezenverklaring van de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 47 dagen met aftrek
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van de voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit de leerstraf So Cool voor de duur van 40 uur, subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie.
4..Waardering van het bewijs
De verdachte moet van dit feit worden vrijgesproken. De verklaring van de aangever is niet geloofwaardig en er is geen sprake geweest van een wederrechtelijke vrijheidsberoving. De aangever is vrijwillig in de auto gestapt en er is geen sprake van geweld geweest. Dat wordt ondersteund door het feit dat er op de gemaakte foto’s van de aangever geen letsel is waar te nemen. Daarnaast is de verklaring van de zus van de aangever niet geloofwaardig en kan aan de 112 melding geen waarde worden gehecht omdat deze niet gedetailleerd is en een ander verhaal beschrijft dan door de aangever is verklaard.
5..Strafbaarheid van de feiten
1..medeplegen van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden
6..Strafbaarheid van de verdachte
7..Motivering van de straffen
8..Vordering van de benadeelde partij
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
jeugddetentie voor de duur van 47 (zevenenveertig) dagen;
- zich gedurende de proeftijd door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond laat begeleiden;
- een dagbesteding in de vorm van school en/of werk heeft;
- meewerkt aan begeleiding van de Waag of een soortgelijke instelling als de Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond dat nodig acht;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [naam slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2001 te [geboorteplaats slachtoffer] ), zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
werkstrafvoor de duur van
40 (veertig) uur, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 500,00(hoofdsom,
zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;