7.2.2.Rapportages
Psycholoog [naam psycholoog]heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 5 november 2020. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Toerekenbaarheid
Bij de verdachte is sprake van een oppositioneel opstandige stoornis waaraan een autismespectrumproblematiek en een ADD van het gecombineerde type ten grondslag ligt. Ook is er sprake van een cognitief functioneren op laagbegaafd/moeilijk lerend niveau, van ouder-kind relatieproblemen, leer- en onderwijsproblemen en van het uiteenvallen van een gezin door scheiding. Hiervan was ook ten tijde van het delict sprake. De verdachte is in staat om het strafrechtelijk ontoelaatbare van zijn handelen in te zien, maar de rapporteur adviseert op grond van factoren (zoals een zwakke impulsregulatie, een onvermogen om op adequate wijze met emoties en spanningen om te gaan, het niet kunnen overzien van de gevolgen van zijn gedrag en rigide denkpatronen), het tenlastegelegde in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Risico- en beschermende factoren
Door de zwijgende houding van de verdachte kan geen uitspraak worden gedaan over het recidive gevaar, maar de rapporteur kan wel de kans op toekomstig delictgedrag in algemene zin beoordelen. Deze wordt als hoog ingeschat indien de verdachte geen adequate behandeling krijgt geboden. Een beschermende factor is de hechte band die de verdachte met zijn moeder heeft en door wie hij zich ondanks zijn problemen gesteund voelt. Bij leeftijdsgenoten laat hij zich omwille van aandacht, aanzien en erkenning en erbij willen horen als snel meeslepen in grensoverschrijdend gedrag. In de thuissituatie heeft moeder onvoldoende zicht op het gedrag van haar zoon buitenshuis.
Interventie advies
Om de zorgelijke ontwikkeling van de verdachte in gunstige zin te beïnvloeden, is het wenselijk de jeugdreclasseringsbegeleiding voort te zetten. Daarnaast is een intensief behandelingstraject bij de forensische polikliniek De Waag noodzakelijk. De moeder van de verdachte geeft aan dat zij tot op heden geen substantieel behandelingstraject hebben doorlopen. Ze wil graag hulp in de thuissituatie van haar zoon en voor hen als ouders, zodat zij meer handvatten krijgen aangereikt om de verdachte op adequate wijze aan te sturen. Ook is gezinsbegeleiding van belang in verband met onverwerkte rouwgevoelens bij de verdachte en de overige kinderen met betrekking tot de scheiding. Daarnaast dient er aandacht te zijn voor de autismespectrumproblematiek en ADHD van de verdachte en zijn daarmee samenhangende zwakke impuls- en agressieregulatie en beperkt probleemoplossend vermogen. Medicamenteuze ondersteuning dient door een psychiater nader te worden bekeken. Ook dient de weerbaarheid van de verdachte bij leeftijdsgenoten te worden versterkt en is aandacht voor het delictgedrag wenselijk.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad)heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 13 augustus 2020. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
De Raad heeft een taakstraf en/of een gedragsinterventie overwogen, maar is van mening dat dit niet het gewenste leereffect zal hebben, gezien de problematiek van de verdachte en het feit dat er binnenkort ingezet zal worden op intensieve individuele en gezinstherapie via de Waag. Deze intensieve behandeling is noodzakelijk voor de verdachte zelf, maar ook voor zijn ouders om meer handvatten te krijgen om hun zoon op een adequate wijze aan te sturen. Daarnaast is gezinsbegeleiding van belang in verband met onverwerkte rouwgevoelens bij de verdachte en de overige kinderen met betrekking tot de scheiding.
De Raad adviseert aan de verdachte een voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf op te leggen, onder de bijzondere voorwaarden dat hij:
- naar school gaat;
- het behandeltraject via de Waag volgt.
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: JBRR)heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 12 november 2020. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
De verdachte is nog erg jong en overziet de gevolgen van zijn gedrag nog niet goed, wat wordt versterkt door zijn problematiek. Hij is een kwetsbare jongen die geen gevaar ziet, impulsief is en het moeilijk vindt om de goede keuzes te maken. Door zijn problematiek is de verdachte een risico voor zichzelf en voor zijn omgeving. Hij is jong en daarom is het van belang om de problematiek nu aan te pakken door middel van behandeling. De individuele problematiek van de verdachte overstijgt de draagkracht van het netwerk. De moeder van de verdachte is gemotiveerd en wil haar zoon op alle mogelijke manieren helpen.
De verdachte begint zich thuis minder goed te gedragen, wat deels te maken kan hebben met de recente scheiding van zijn ouders die hij nog niet goed verwerkt lijkt te hebben. Zijn zelfbepalende gedrag in de thuissituatie is deels pubergedrag en deels zijn individuele problematiek. Het is van belang om hier met behandeling op in te zetten. De JBRR is van mening dat een werk- of leerstraf niet haalbaar is en dat er voornamelijk moet worden ingezet op behandeling.
De JBRR adviseert aan de verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen onder de bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- meewerkt aan behandeling binnen een forensische organisatie als de Waag of een soortgelijke instelling;
- naar school gaat;
- meewerkt aan een opname in een behandelsetting, mocht de ambulante begeleiding ontoereikend zijn.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.