2.5.Door de politie is, naar aanleiding van het incident, een bestuurlijke rapportage opgesteld. De inhoud van de bestuurlijke rapportage luidt - voor zover thans van belang - als volgt:
Op zaterdag zijn twee mannen, respectievelijk afkomstig uit Hilversum en Loosdrecht, met een auto naar Rotterdam vertrokken, volgens eigen zeggen om hier bij een onbekende vriend te gaan barbecueën. De ontmoeting vond plaats in de wijk Beverwaard, waar deze twee mannen werden opgewacht door drie andere mannen. Onder bedreiging van meerdere vuurwapens werden de mannen uit Hilversum en Loosdrecht gedwongen te lopen naar de woning [adres] waar één of beide mannen zijn opgesloten in een kast en badkamer. De man uit Hilversum, die in de kast was opgesloten, had zichzelf na verloop van tijd weten te bevrijden waarna hij buiten de woning het alarmnummer 112 belde. De man uit Loosdrecht was enige tijd spoorloos maar meldde zich later bij de politie nadat bleek dat de politie naar hem op zoek was.
Naar aanleiding van deze melding betrad de politie de woning [adres] . In de woning werden geen personen aangetroffen maar wel een zogenaamd Plaats Delict gevormd. Uit sporenonderzoek bleek dat zowel in een kast als in de badkamer vermoedelijk een persoon opgesloten is geweest en/of tegen zijn wil is vastgehouden.
Tijdens het onderzoek in de woning kwam de bewoner van de [adres] thuis. Hij is door de politie als getuige gehoord.
In de buurt van de woning werd door de politie de auto waarmee de mannen uit Hilversum en Loosdrecht waren gekomen aangetroffen. In deze auto bleek een handelsvoorraad verdovende middelen, voornamelijk verpakt in wikkels en gripzakjes aangetroffen. Dit betroffen in ieder geval minimaal 99 wikkels en 21 gripzakjes te zijn. Na weging door de afdeling Forensische Opsporing bleek het hier in ieder geval te gaan om:
• 3,3 gram (netto) ketamine
• 28,4 gram (netto) MDMA
• 64,3 gram (netto) cocaïne
Cocaïne en MDMA staan op lijst I van de Opiumwet. Ketamine wordt genoemd in de Geneesmiddelenwet.
De man uit Hilversum is, na de vondst van de verdovende middelen, aangehouden voor de Opiumwet. Hij ontkende iets ven de drugs af te weten en wilde geen aangifte doen van wederrechtelijke vrijheidsberoving. Wel heeft hij over de ontvoering/gijzeling een verklaring afgelegd. Hij verklaarde ook beroofd te zijn van zijn mobiele telefoon en ID-kaart maar wilde hier ook geen aangifte van doen. De man uit Loosdrecht maakte gebruik van zijn zwijgrecht en wenste geen aangifte te doen. Hij heeft ook geen verklaring afgelegd over de ontvoering gijzeling.
Blijkens de Gemeentelijk Basisadministratie van de gemeente Rotterdam bleek dat in de woning [adres] ingeschreven is:
[gedaagde]
Geboren [geboortedatum gedaagde] (63) te Curaçao (Nederlandse Antillen)
Geslacht: man
[gedaagde] is door de politie gehoord als getuige In het strafrechtelijk onderzoek. Hierbij verklaarde hij dat
• Hij de woning voor korte tijd (enkele uren) uitgeleend/verhuurd had
• Hij hiervoor €30 en een beetje cocaïne had gekregen
• Hij niet wist wat er nu in zijn woning was gebeurd
• Hij dacht dat het was dat er een beetje drugs of zo verkocht zou worden
• Hij meer geld had gevraagd als hij wist waard de woning nu voor gebruikt was
• Hij vaker zijn sleutel/woning uitleende