Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 30 december 2019, met producties;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling en de bij die gelegenheid door Laurens overgelegde aanvullende producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze huurzaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 januari 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Laurens Wonen en een gedaagde huurder. De eiseres, Laurens Wonen, vorderde de gedaagde te veroordelen om gelegenheid te geven voor het uitvoeren van dringende en renovatiewerkzaamheden aan de gehuurde woning. De gedaagde was niet verschenen op de zitting, waardoor verstek werd verleend. Laurens Wonen had eerder aan de gedaagde medegedeeld dat 70% van de huurders in het complex akkoord was gegaan met de voorgenomen werkzaamheden. De kantonrechter oordeelde dat Laurens Wonen spoedeisend belang had bij de gevorderde voorziening en dat de vordering niet betwist was. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de werkzaamheden toe te laten en een dwangsom opgelegd voor het geval zij hieraan niet voldoet. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.