ECLI:NL:RBROT:2020:10866

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 januari 2020
Publicatiedatum
28 november 2020
Zaaknummer
8222500
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak betreffende dringende en renovatiewerkzaamheden aan gehuurde woning

In deze huurzaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 januari 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Laurens Wonen en een gedaagde huurder. De eiseres, Laurens Wonen, vorderde de gedaagde te veroordelen om gelegenheid te geven voor het uitvoeren van dringende en renovatiewerkzaamheden aan de gehuurde woning. De gedaagde was niet verschenen op de zitting, waardoor verstek werd verleend. Laurens Wonen had eerder aan de gedaagde medegedeeld dat 70% van de huurders in het complex akkoord was gegaan met de voorgenomen werkzaamheden. De kantonrechter oordeelde dat Laurens Wonen spoedeisend belang had bij de gevorderde voorziening en dat de vordering niet betwist was. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de werkzaamheden toe te laten en een dwangsom opgelegd voor het geval zij hieraan niet voldoet. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8222500 VV EXPL 19-552
uitspraak: 16 januari 2020
vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de stichting
Stichting Laurens Wonen,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.A. den Engelsen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gdaagde] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als “Laurens Wonen” en “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 30 december 2019, met producties;
  • de aantekeningen van de mondelinge behandeling en de bij die gelegenheid door Laurens overgelegde aanvullende producties.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 januari 2020. Namens Laurens Wonen zijn verschenen haar projectmanager [naam 1] en haar woonconsulent [naam 2] , bijgestaan door mr. Den Engelsen. [gedaagde] is niet verschenen. Tegen haar is verstek verleend.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In het kader van de onderhavige procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1
[gedaagde] huurt van Laurens Wonen de woning aan de [adres] .
2.2
In het complex waarin de woning zich bevindt en in de woning zelf wil Laurens Wonen dringende werkzaamheden en renovatiewerkzaamheden verrichten. De huurders van de woningen in het complex, onder wie [gedaagde] , zijn hierover geïnformeerd en hen is een renovatievoorstel gedaan.
2.3
Bij brief van 26 juli 2019 heeft Laurens Wonen - verkort weergegeven - aan [gedaagde] meegedeeld dat 70% van de huurders akkoord is gegaan met de voorgenomen werkzaamheden en met het renovatievoorstel.
2.4
Bij brief van 27 september 2019 heeft Laurens Wonen - verkort weergegeven - aan [gedaagde] verzocht om vóór 1 oktober 2019 te laten weten of zij al dan niet medewerking verleent aan de werkzaamheden en meegedeeld dat bij het uitblijven van een reactie van haar of als zij aangeeft niet te zullen meewerken een gerechtelijke procedure zal worden gestart om haar te veroordelen medewerking te verlenen.
2.5
[gedaagde] heeft niet gereageerd op de brief van 27 september 2019.

3..De vordering

3.1
Laurens Wonen vordert bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde] te veroordelen om (de aannemer van) Laurens Wonen gelegenheid te geven voor de uitvoering van de werkzaamheden (zowel dringende als renovatiewerkzaamheden) zoals genoemd in de dagvaarding in/aan het gehuurde, gelegen aan de [adres] , en de voorbereidende werkzaamheden;
[gedaagde] te veroordelen voor zover zij niet aan deze veroordeling voldoet tot het betalen van een dwangsom van € 1.500,- per dag dat zij hieraan niet voldoet met een maximum van € 4.500,-;
indien [gedaagde] na het bereiken van de maximale dwangsommen nog steeds niet bereid is mee te werken, haar te veroordelen om het gehuurde, gelegen aan de [adres] , tijdelijk te ontruimen en te verlaten (zo nodig met verkorting van de in artikel 555 Rv genoemde termijn van drie dagen voor het doen van een bevel om aan de in de onderhavige procedure gevorderde ontruiming te voldoen) met alle zich daarin en/of bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Laurens Wonen zijn, en onder afgifte van de sleutels door deze ter vrije en algehele beschikking van Laurens Wonen te stellen, voor de duur dat en voor zover als dit voor Laurens Wonen en de door haar ingeschakelde derde(n) noodzakelijk is om voornoemde werkzaamheden te (laten) verrichten, alsmede Laurens Wonen te machtigen de voornoemde werkzaamheden uit te (doen laten) voeren;
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
3.2
Aan de vordering legt Laurens Wonen - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat zij werkzaamheden wil laten uitvoeren in de door [gedaagde] gehuurde woning. Dit betreffen dringende werkzaamheden en renovatiewerkzaamheden als bedoeld in artikel 7:220 lid 1 en 2 BW. [gedaagde] moet daartoe gelegenheid geven. Laurens Wonen heeft haar daartoe een voorstel gedaan, waarmee 70% of meer van de huurders heeft ingestemd. Dat voorstel wordt vermoed redelijk te zijn. Als [gedaagde] het niet eens was met het voorstel, dan had zij binnen acht weken na de brief van 26 juli 2019 een beslissing van de rechter moeten vorderen omtrent de redelijkheid van het voorstel. Dat is niet gebeurd. Daarom dient [gedaagde] de werkzaamheden te gedogen.

4..Het verweer

4.1
[gedaagde] betwist de vordering niet.

5..De beoordeling

5.1
Voldoende is gebleken dat Laurens Wonen spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorziening, zodat zij ontvankelijk is in haar vordering.
5.2
In dit kort geding dient, mede op basis van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van Laurens Wonen in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3
De vordering is niet betwist en komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, met uitzondering van de onder 3 gevorderde verkorting van de in artikel 555 Rv genoemde termijn, omdat niet is gesteld dat daarvoor gronden zijn. Daarom wordt de vordering toegewezen, op de wijze zoals hierna vermeld.
5.4
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten.

6..De beslissing

De kantonrechter,
rechtdoende in kort geding:
veroordeelt [gedaagde] om (de aannemer van) Laurens Wonen gelegenheid te geven voor de uitvoering van de volgende dringende en renovatiewerkzaamheden in/aan het gehuurde, gelegen aan de [adres] , en de voorbereidende werkzaamheden, te weten:
de dringende werkzaamheden
waar nodig herstel van de vloeren in de hal, inclusief nieuwe vloerbedekking;
herstel van het gevelvoegwerk;
vernieuwen van de riolering;
realiseren noodzakelijke brandwerende voorzieningen (o.a. vernieuwen voordeur);
noodzakelijk betonherstel vlucht- en balkonplaten;
schilderwerk binnen (buitenkozijn) en buiten;
vernieuwen balkondeuren bij het trappenhuis;

de renovatiewerkzaamheden

vernieuwen van de borstwering achter de nieuwe radiatoren;
vernieuwen en aanpassen van de centrale verwarming, inclusief nieuwe radiatoren;
verbeteren van de isolatie van het dak;
centrale ventilatie ombouwen naar individuele regelbare ventilatie per woning;
het aanbrengen van spouwmuurisolatie;
aanbrengen warmtepompboiler met leidingwerk per woning;
aanbrengen systeemplafond in badkamer en toilet;
nieuwe geïsoleerde beglazing HR++. Het glaswerk wordt binnen één werkdag vervangen;
onder verbeurte van een dwangsom van € 1.500,00 per dag als [gedaagde] niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 4.500,00;
en, voor het geval dat [gedaagde] na het bereiken van het maximale bedrag aan dwangsom nog steeds niet bereid is mee te werken:
veroordeelt [gedaagde] om het gehuurde, gelegen aan de [adres] , tijdelijk te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Laurens Wonen zijn, en onder afgifte van de sleutels door deze ter vrije en algehele beschikking van Laurens Wonen te stellen, voor de duur dat en voor zover als dit voor Laurens Wonen en de door haar ingeschakelde derde(n) noodzakelijk is om voornoemde werkzaamheden te (laten) verrichten, met machtiging van Laurens Wonen om voornoemde werkzaamheden uit te (doen laten) voeren;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Laurens Wonen vastgesteld op € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465