ECLI:NL:RBROT:2020:10850

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 mei 2020
Publicatiedatum
28 november 2020
Zaaknummer
8139743
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betaling voor in opdracht verrichte grafische en designwerkzaamheden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen eiseres 1 en gedaagde over de betaling voor grafische en designwerkzaamheden die door eiseres 1 zijn verricht. Eiseres 1 heeft op basis van een overeenkomst van opdracht werkzaamheden uitgevoerd voor gedaagde, waarbij een uurtarief van € 25,00 was afgesproken. Eiseres 1 heeft twee facturen gestuurd, één voor € 393,25 en één voor € 4.114,00, maar gedaagde heeft deze bedragen niet betaald, ondanks aanmaningen. Eiseres 1 vordert in deze procedure betaling van de openstaande bedragen, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen partijen en dat gedaagde de opdracht heeft erkend. Gedaagde heeft echter verweer gevoerd, onder andere met de stelling dat de opdracht beperkt was tot maximaal drie uur, maar deze stelling is niet onderbouwd. De kantonrechter heeft besloten dat er een mondelinge behandeling zal plaatsvinden via een digitale verbinding, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten verder toe te lichten en mogelijk tot een minnelijke regeling te komen. De zitting zal plaatsvinden via Skype, en partijen dienen hun e-mailadressen en eventuele verhinderingen door te geven aan de griffier.

De kantonrechter heeft de verdere beslissing aangehouden en zal op een later moment een datum en tijdstip voor de mondelinge behandeling bepalen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. R. Kruisdijk op 29 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8139743 CV EXPL 19-47289
uitspraak: 29 mei 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van

1..[eiseres 1] ,

2. [eiseres 2] ,

3. [eiseres 3] ,

gevestigd en wonende te [plaats] ,
eiseressen respectievelijk eiser,
gemachtigde: mr. M.L. Goudsmit,
tegen
[gedaagde]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
vertegenwoordigd door [naam persoon] .
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiseres 1] ” en “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 23 oktober 2019, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek, met producties.
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
Op grond van een tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht heeft [eiseres 1] vanaf 6 september 2018 werkzaamheden verricht voor [gedaagde] . Het betrof grafische en design- werkzaamheden. Op 20 januari 2019 is werk opgeleverd.
2.2
Met een factuur van 8 oktober 2018 heeft [eiseres 1] € 393,25 bij [gedaagde] in rekening gebracht, voor 13 uur werk à € 25,00 per uur, plus 21% btw. Met een factuur van 21 januari 2019 heeft [eiseres 1] € 4.114,00 bij [gedaagde] in rekening gebracht, voor 136 uur werk à € 25,00 per uur plus 21% btw.
2.3
[gedaagde] heeft de gefactureerde bedragen niet betaald aan [eiseres 1] , ook niet na aanmaning.

3. Het geschil

3.1
[eiseres 1] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 4.507,25 aan hoofdsom te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, en € 575,73 aan buitengerechtelijke kosten, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als voldoening daarvan niet binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis plaatsvindt, en in de nakosten.
3.2
Aan haar vordering legt [eiseres 1] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat zij in opdracht van [gedaagde] werkzaamheden heeft verricht, waarvoor een uurtarief van € 25,00 is overeengekomen. Middels twee facturen heeft [eiseres 1] de verrichte werkzaamheden in rekening gebracht. Met de ene factuur is € 393,25 en met de andere is
€ 4.114,00 gefactureerd. [gedaagde] heeft echter niet betaald. In totaal gaat het om € 4.507,25 dat open is blijven staan. Hierover is rente verschuldigd. Geprobeerd is om het bedrag buiten rechte te incasseren, waardoor kosten zijn gemaakt, in verband waarmee een bedrag van
€ 575,73 wordt gevorderd.
3.3
[gedaagde] voert verweer.
3.4
De stellingen van partijen worden voor zover nodig in het kader van de beoordeling van de vordering nader besproken.

4..De beoordeling

4.1
Vaststaat dat [eiseres 1] op 6 september 2018 desgevraagd aan [gedaagde] een offerte heeft doen toekomen voor het verrichten van grafische werkzaamheden. In de offerte is een uurtarief van € 25,00 vermeld. [eiseres 1] heeft onderbouwd gesteld dat [gedaagde] naar aanleiding hiervan opdracht heeft gegeven voor het verrichten van werkzaamheden. [gedaagde] erkent dat zij [eiseres 1] opdracht heeft gegeven. [eiseres 1] is uitvoering gaan geven aan de grafische werkzaamheden en heeft dus de opdracht aanvaard, waardoor een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen.
4.2
Het aangevoerde door [gedaagde] dat de opdracht was afgebakend tot maximaal drie uur, vindt geen steun in de door haar overgelegde producties en is weersproken door [eiseres 1] . De omstandigheid dat [eiseres 1] op 8 oktober 2018 een factuur aan [gedaagde] heeft doen toekomen, waarmee voor 13 uur werk € 393,25 in rekening werd gebracht, terwijl gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] daartegen toen heeft geprotesteerd, doet af aan haar verweer op dit punt. Het verweer dat [eiseres 1] de werkzaamheden grotendeels onbetaald zou verrichten, om de dochter van [eiseres 2] , die grafisch ontwerp studeert, ervaring op te laten doen, en omdat [gedaagde] een non-profitorganisatie is, is niet onderbouwd en eveneens weersproken, zodat er voorlopig van wordt uitgegaan dat [gedaagde] in beginsel moet betalen voor door [eiseres 1] verrichte werkzaamheden.
4.3
Tegelijkertijd is het aan [eiseres 1] om onderbouwing te geven ten aanzien van het aantal door haar gedeclareerde uren, dat wordt betwist.
4.4
Om duidelijkheid te verkrijgen over de verrichte werkzaamheden acht de kantonrechter het gewenst de zaak met partijen te bespreken. Daarbij kunnen partijen de nodige informatie verstrekken. Bij die gelegenheid kan [eiseres 1] ook ingaan op het door [gedaagde] aangevoerde over de kwaliteit van de geleverde werkzaamheden en op de aanvullende producties bij de conclusie van dupliek waarop zij nog niet heeft kunnen reageren. Daarom wordt een mondelinge behandeling bepaald. Deze zal tevens worden benut voor het beproeven van een minnelijke regeling.
Vanwege het coronavirus is het op dit moment niet mogelijk om een fysieke zitting op de rechtbank te houden. Daarom zal de zitting plaatsvinden via een digitale verbinding met het programma Skype voor bedrijven.
Om partijen voor de skypezitting te kunnen uitnodigen heeft de rechtbank de e-mailadressen en verhinderdata van alle betrokkenen nodig. De griffier neemt hierover contact op met partijen. De kantonrechter zal vervolgens een dag en tijdstip voor de mondelinge behandeling bepalen en de griffier zal dit aan partijen meedelen. De uitnodiging voor de zitting zal daarna aan de door partijen opgegeven e-mailadressen worden verzonden. Bij de uitnodiging zit een uitleg over het gebruik van Skype voor bedrijven.
Alle bescheiden die op de zaak betrekking (kunnen) hebben en die nog niet in het geding zijn gebracht, dienen door de partij die deze ter gelegenheid van de skypezitting ter sprake wil brengen uiterlijk een week voor de zittingsdatum aan de kantonrechter en aan de wederpartij te worden toegezonden. Zending naar de kantonrechter dient te geschieden per e-mailbericht naar het adres
kantondagvaarding.rtm@rechtspraak.nlmet een cc naar de griffier (e-mailadres)
mailto:

5. Beslissing

De kantonrechter:
bepaalt dat een mondelinge behandeling zal plaatsvinden via een digitale verbinding met het programma ‘Skype voor bedrijven’ op een nog te bepalen datum en tijdstip;
wijst partijen op hetgeen hiervoor omtrent het in het geding brengen van nadere stukken is bepaald;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465