ECLI:NL:RBROT:2020:10721
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot teruglevering van een auto na ontbinding van koopovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 oktober 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde]. [Eiseres] had [gedaagde] gedagvaard omdat deze zijn betalingsverplichtingen uit een koopovereenkomst voor een Toyota Prius Hatchback niet was nagekomen. De koopovereenkomst was op 14 april 2020 gesloten, waarbij [gedaagde] de Toyota had opgehaald en een Peugeot had ingeruild. Na herhaaldelijke aanmaningen en een sommatie op 19 juni 2020, heeft [eiseres] de overeenkomst op 9 juli 2020 buitengerechtelijk ontbonden. [Gedaagde] is niet verschenen op de zitting van 28 september 2020, waardoor verstek werd verleend.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij haar vordering en dat de koopovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden. [Gedaagde] is verplicht om de Toyota en de sleutels daarvan terug te geven, evenals de Peugeot op te halen. De rechter heeft de gevorderde dwangsom toegewezen, met een maximum van € 10.000,-, en de buitengerechtelijke kosten van € 1.119,25 toegewezen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van [eiseres].
De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat [gedaagde] onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ook al kan hij in hoger beroep gaan. Dit vonnis benadrukt de verplichtingen van partijen bij koopovereenkomsten en de gevolgen van het niet nakomen van betalingsverplichtingen.