ECLI:NL:RBROT:2020:10721

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2020
Publicatiedatum
24 november 2020
Zaaknummer
8737933 VV EXPL 20-365
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruglevering van een auto na ontbinding van koopovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 oktober 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde]. [Eiseres] had [gedaagde] gedagvaard omdat deze zijn betalingsverplichtingen uit een koopovereenkomst voor een Toyota Prius Hatchback niet was nagekomen. De koopovereenkomst was op 14 april 2020 gesloten, waarbij [gedaagde] de Toyota had opgehaald en een Peugeot had ingeruild. Na herhaaldelijke aanmaningen en een sommatie op 19 juni 2020, heeft [eiseres] de overeenkomst op 9 juli 2020 buitengerechtelijk ontbonden. [Gedaagde] is niet verschenen op de zitting van 28 september 2020, waardoor verstek werd verleend.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij haar vordering en dat de koopovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden. [Gedaagde] is verplicht om de Toyota en de sleutels daarvan terug te geven, evenals de Peugeot op te halen. De rechter heeft de gevorderde dwangsom toegewezen, met een maximum van € 10.000,-, en de buitengerechtelijke kosten van € 1.119,25 toegewezen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van [eiseres].

De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat [gedaagde] onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ook al kan hij in hoger beroep gaan. Dit vonnis benadrukt de verplichtingen van partijen bij koopovereenkomsten en de gevolgen van het niet nakomen van betalingsverplichtingen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8737933 VV EXPL 20-365
uitspraak: 5 oktober 2020
vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiseres]
,
gevestigd te [vestigingsplaats eiseres] ,
eiseres,
gemachtigde: [gemachtigde] van ARAG te Amsterdam,
tegen
[gedaagde ] h.o.d.n. [handelsnaam] ,
zaakdoende te [plaatsnaam] ,
gedaagde,
die niet in het geding is verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagde ] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van het exploot van dagvaarding van 8 september 2020 en de daarbij overgelegde producties.
1.2
De mondelinge behandeling heeft op 28 september 2020 plaatsgevonden. Tijdens de mondelinge behandeling is namens [eiseres] [naam] en haar gemachtigde verschenen. [gedaagde ] is niet verschenen. Van hetgeen ter zitting is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vordering

2.1
[eiseres] heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde ] te veroordelen:
om uiterlijk binnen 14 dagen na het betekenen van het in deze te wijzen vonnis, de Toyota Prius Hatchback 1.8 Hybride met kentekenen [kentekennummer 1] en de sleutel daarvan aan [eiseres] af te geven, en medewerking te verlenen aan overschrijving van het kentekenbewijs;
om uiterlijk binnen 14 dagen na het betekenen van het in deze te wijzen vonnis, de Peugeot 107 met kentekenen [kentekennummer 2] bij [eiseres] op te halen;
aan het onder a en b gevorderde een dwangsom te verbinden van € 1.000,- per dag, voor elke dag dat [gedaagde ] na betekening van dit vonnis tot afgifte van de Toyota, het meewerken aan de overschrijving van het kentekenbewijs en het ophalen van de Peugeot in gebreke mocht blijven, zulks met een maximum van € 14.000,-;
tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 1.119,25;
tot betaling van de proceskosten en nakosten van maximaal € 100,-.
2.2
Ter toelichting op haar vordering heeft [eiseres] – zakelijk weergegeven en voor zover nu van belang – het volgende aangevoerd.
2.2.1
Tussen [eiseres] en [gedaagde ] is op 14 april 2020 een koopovereenkomst getekend voor de Toyota Prius Hatchback 1.8 Hybride (hierna: Toyota) met kenteken [kentekennummer 1] ten bedrage van € 8.000,-. [gedaagde ] heeft tegelijkertijd een Peugeot 107 (hierna: Peugeot) met kenteken [kentekennummer 2] ingeruild voor een bedrag van € 500,-. Hierdoor is [gedaagde ] aan [eiseres] een bedrag van € 7.500,- verschuldigd. [gedaagde ] heeft de Toyota opgehaald en de Peugeot afgegeven, maar de betaling van de koopprijs is tot op heden uitgebleven. Op 19 juni is [gedaagde ] in gebreke gesteld en gesommeerd om de betaling van de koopprijs te voldoen. Aan de sommatie heeft [gedaagde ] geen gehoor gegeven waardoor [eiseres] de koopovereenkomst bij brief van 9 juli 2020 buitengerechtelijk heeft ontbonden en gesommeerd heeft om de Toyota en de sleutel daarvan te retourneren.
2.2.2
[eiseres] heeft buitengerechtelijke incassokosten gemaakt door te proberen om buiten rechte een oplossing te bereiken. De kosten die ter zake door [eiseres] zijn gemaakt, worden begroot op € 1.119,25. De buitengerechtelijke bijstand bestaat onder meer uit het opstellen van de dagvaarding, het aanleggen van het dossier, herhaaldelijk schriftelijk aanmanen, correspondentie, diverse telefonische contacten, adviseren van [eiseres] en de gemachtigde heeft voorts de verhaalsmogelijkheden onderzocht en ingeschat. Op grond van de polisvoorwaarden is [eiseres] voor deze kosten niet verzekerd.

3..De beoordeling

3.1
Uit de door [eiseres] overgelegde originele exploot van dagvaarding is gebleken dat [gedaagde ] correct voor de zitting van 28 september 2020 is opgeroepen. Nu ook de overige bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, wordt verstek verleend tegen [gedaagde ] .
3.2
Uit hetgeen [eiseres] naar voren heeft gebracht, is voldoende gebleken dat zij een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorzieningen, zodat zij in zoverre ontvankelijk is in haar vordering.
3.3
In dit kort geding moet, op basis van de processtukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiseres] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van voorzieningen zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
3.4
[eiseres] heeft gemotiveerd gesteld dat tussen haar en [gedaagde ] een koopovereenkomst voor de Toyota ten bedrage van € 7.500,- tot stand is gekomen. Nu [gedaagde ] de betalingsverplichting niet is nagekomen heeft [eiseres] op 9 juli 2020 de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Nu de koopovereenkomst is ontbonden geldt voor [gedaagde ] ongedaanmakingsverplichting die bestaat uit het retourneren van de Toyota. [gedaagde ] heeft niet van de mogelijkheid gebruik gemaakt om op de gemotiveerde stellingen van [eiseres] te reageren, zodat in rechte vooralsnog wordt uitgegaan van de juistheid van de stellingen van [eiseres] .
3.5
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [gedaagde ] verplicht is om de Toyota en de sleutels daarvan te retourneren. Verder is [gedaagde ] verplicht om mee te werken aan de overschrijving van het kentekenbewijs.
3.6
De gevorderde dwangsom voor de verplichting tot terug levering van de Toyota, het meewerken aan de overschrijving van het kentekenbewijs en het ophalen van de Peugeot zal worden toegewezen, met dien verstande dat het maximum wordt vastgesteld op € 10.000,-.
3.7
Voor de door [eiseres] gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten geldt op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW als uitgangspunt dat kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, waaronder kosten voor verzameling van bewijs, moeten voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets. Die toets houdt in dat buitengerechtelijke werkzaamheden slechts voor vergoeding in aanmerking komen indien het in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs noodzakelijk was te verrichten én de ter zake gevorderde kosten naar hun aard en omvang redelijk zijn. Aangezien [gedaagde ] geen gebruik heeft gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om de buitengerechtelijke kosten van [eiseres] te betwisten, wordt in rechte uitgegaan van de juistheid van de stellingen van [eiseres] , worden de gevorderde buitengerechtelijke kosten redelijk geacht en wordt een vergoeding van € 1.119,25 toegewezen.
3.8
[gedaagde ] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van [eiseres] , die tot aan deze uitspraak worden begroot op € 240,25 aan verschotten en € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde van [eiseres] . De apart gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.

4..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde ] om binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis de Toyota Prius Hatchback 1.8 Hybride, met kentekenen [kentekennummer 1] en de sleutel daarvan aan [eiseres] terug te leveren en medewerking te verlenen aan overschrijving van het kentekenbewijs;
veroordeelt [gedaagde ] om binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis de Peugeot 107 met kenteken [kentekennummer 2] bij [eiseres] op te halen;
veroordeelt [gedaagde ] tot betaling van een dwangsom van € 1000,- per dag dat [gedaagde ] na betekening van dit vonnis in gebreke blijft met het voldoen aan de terug levering van de Toyota en meewerken aan het overschrijven van het kentekenbewijs en het ophalen van de Peugeot, met een maximum van € 10.000,-;
veroordeelt [gedaagde ] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.119,25;
veroordeelt [gedaagde ] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op € 240,25 aan verschotten en € 480,- aan salaris voor de gemachtigde;
en indien [gedaagde ] niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, begroot op € 100,- aan nasalaris. Indien daarna betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening. Indien van toepassing dienen beide bedragen te worden vermeerderd met btw;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Kemp-Randewijk en ondertekend en uitgesproken ter openbare terechtzitting door mr. A.J.L.M. van der Wildt
44485