Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 7 april 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van repliek in conventie tevens antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie;
- akte in conventie tevens conclusie van dupliek in reconventie.
2..De vaststaande feiten
- de eigenaar van het appartementsrecht met index 1 voor twee/zevende (2/7de) gedeelte;
- de eigenaar van het appartementsrecht met index 2 voor vijf/zevende (5/7de) gedeelte.
6.Planmatig onderhoud / offerte dak
7.Vaststellen begroting 2019 / extra bijdrage
3..Het geschil in conventie en reconventie
in conventiegevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad :
in reconventiegevorderd dat de VvE haar vordering nader specificeert en alsnog juiste en deugdelijke facturen voor de renovatiewerkzaamheden in het geding brengt ten behoeve van de administratie van de VvE, binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,- voor elke dag of gedeelte van een dag dat de VvE hieraan niet voldoet en met veroordeling van de VvE in de proceskosten en de wettelijke rente daarover. Aan deze vorderingen hebben [eiser 1] c.s. het hiervoor in conventie gevoerde verweer ten grondslag gelegd. Voorts hebben [eiser 1] c.s. een beroep gedaan op artikel 5:121 BW, omdat de VvE geen enkele medewerking verleent en daarmee niet naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid handelt.