Op 20 november 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], die preventief gedetineerd is in de Rijks Justitiële Jeugdinrichting De Hartelborgt te Spijkenisse. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft op 6 november 2020 een verzoek ingediend voor een machtiging gesloten jeugdhulp, dat op dezelfde dag ter zitting met gesloten deuren is behandeld. De minderjarige wordt verdacht van seksueel misbruik van meerdere kinderen, waaronder zijn broertje. De rechtbank heeft de ouders van [naam kind] en een vertegenwoordiger van de GI gehoord, evenals een gedragswetenschapper en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [naam kind] onder toezicht is gesteld tot 4 september 2021 en dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De gedragswetenschapper heeft geconcludeerd dat opname en verblijf in een gesloten jeugdinstelling noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [naam kind] zich aan de jeugdhulp onttrekt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de plaatsing in een gesloten accommodatie voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is voor de behandeling van [naam kind], die lijdt aan een autismespectrumstoornis en ernstige pathologie vertoont.
De rechtbank heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van het moment dat [naam kind] uit detentie komt en tot 4 september 2021. Deze beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.