Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie,
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte vermeerdering van eis,
- de overgelegde producties,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 12 oktober 2020.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil en de beoordeling
in conventie
omvangvan de gemeenschap is, zoals reeds geoordeeld in de echtscheidingsprocedure, 12 januari 2016. Peildatum voor de
waardevan de goederen van de gemeenschap is in beginsel het moment van verdeling, tenzij partijen een andere datum zijn overeengekomen of de redelijkheid en billijkheid een andere datum rechtvaardigen.
rechtshandelingendie de man moet verrichten om tot verkoop en levering van de woning aan een derde te komen (zoals: opdracht aan de makelaar, tekenen verkoopovereenkomst en medewerking verlenen aan notariële levering). Een dwangsom is op dit onderdeel niet nodig.
feitelijkehandelingen die de man moet verrichten om tot verkoop en levering van de woning te komen, zoals het opendoen van de deur als de makelaar met gegadigden op de stoep staat. De dwangsom zal worden beperkt en gematigd op na te melden wijze.
beschikking voorlopige voorzieningenin de echtscheidingsprocedure, waarin is geoordeeld (r.o. 3.13): "De rechtbank passeert de stelling van de vrouw dat de man dient in te teren op een schenking van zijn moeder van € 10.000,-, nu de man voldoende heeft aangetoond dat geen sprake is geweest van een schenking, doch dat dit bedrag in beheer is gegeven en in overleg met de vrouw is uitgegeven aan huishoudelijke uitgaven".