Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het vonnis in incident (843a Rv) van 19 augustus 2020 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken4 november 2020;
- de brief van mr. Visser van 2 september 2020 met producties;
- de fax van mr. De Jong van 7 september 2020 met producties;
- de brief van mr. De Jong van 14 september 2020 met producties;
- de brief van mr. Visser van 15 september 2020 met een productie;
- de akte van [gedaagde] van 17 september 2020 met producties;
- de spreekaantekeningen van mr. Visser;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 september 2020;
- de brief van mr. Visser van 30 september 2020 met opmerkingen over het proces-verbaal;
- de brief van mr. De Jong van 2 oktober 2020 met een reactie op het proces-verbaal.
2..De feiten
geen grond voor twijfelbestaat met betrekking tot de authenticiteit van de betwiste handtekening. De betwiste handtekening dient op grond van de verkregen onderzoeksresultaten met een
hoge mate van waarschijnlijkheidte worden aangemerkt als een
echte handtekeningvan de heer [gedaagde] . Indicatoren die op het tegendeel (zouden kunnen) duiden zijn in het ter beschikking gestelde materiaal niet aangetroffen.”
Vraag: Was de geprinte tekst al reeds op het litigieuze document aanwezig op het moment dat de handtekening is geplaatst?
3..Het geschil
4..De beoordeling
bonus mentisis. Voor zover [gedaagde] hiermee bedoelt te stellen dat de rente van 2% per maand enige bij wet gestelde grens te boven gaat, overweegt de rechtbank als volgt.
5..De beslissing
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op maandagen, dinsdagen, woensdagen en donderdagen in de maanden januari 2021 tot en met april 2021 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,